Het geblinddoekte vrouwelijke slachtoffer ligt geknield voor een blok. Zij wordt ondersteund door een oud edelman. Terzijde twee vrouwen, waarvan één met gezicht naar pilaar, en de ander met smartelijk uitdrukking in ogen neergevallen is op de grond, en tegen pilaar leunt. Met kouden blik kijkt de beul toe, de hand aan de bijl.