Beleg van Amsterdam, penning aan de schutters uitgereikt na het beleg: Schutterij, 3e rot 1650/'51, 1651
inv.nr. PA 525 in depot
voorzijde: drie gewapende schutters onder wapenschild, binnen omschrift.
keerzijde: opschrift.
Trefwoorden
114546
Op 30 juli 1650 viel stadhouder Willem II Amsterdam aan om de stad zijn wil op te leggen. De stad was echter gewaarschuwd en verdedigde zich, zodat de aanval mislukte. Dit was voor de Amsterdamse regenten aanleiding om het aantal vendels van de burgerwacht uit te breiden met 34 naar 54 vendels. Als aandenken aan deze gebeurtenis werden verschillende gedenkpenningen gegraveerd die aan de schutters werden uitgedeeld.
Het omschrift op de voorzijde van deze schutterijpenning verwijst naar de uitbreiding: ‘Eerst twintigh vaendels waren wij, Nu comter vierendertigh bij’. Onder het Amsterdamse wapenschild zijn aan weerszijde van een vaandrig twee schutters afgebeeld. Op de keerzijde worden de namen van kapitein Joan Huydecoper, heer van Maarsseveen en luitenant Frans van Waveren genoemd, die twee jaar eerder door Govert Flinck waren geportretteerd. Verder worden de vaandrig en zoon van de kapitein, Joan Huydecoper, heer van Neerdijk en korporaal Otto Barentsen Smient genoemd.