In de jaren ’70 van de vorige eeuw was individualisering een nieuw toverwoord. Iedereen koos zijn eigen stijl. Een jack met trui, een dasloos overhemd of toch een traditioneel pak met overhemd en das. In de roerige tijd van de opkomende jeugdcultuur, provo’s en hippies kreeg het mannenpak vanaf de jaren ’60 meer variatie: er verschenen onconventionele stoffen als fluweel en spijkerstof. Ook gekleurde hemden met dessins werden populair. Het klassieke pak stond voor de gevestigde orde en werd door jongeren als ouderwets gezien. Er werd gezocht naar nieuwe vormen en geëxperimenteerd met verschillende materialen. Het klassieke mannenpak bleef, maar variaties op het vertrouwde thema dienen zich aan. Dit varkensleren pak is daar een voorbeeld van.
Job Cohen (1947) – fractievoorzitter van de PvdA en burgemeester van Amsterdam van 2001 tot 2010 – droeg het op zijn huwelijk met Lidie Lodeweges in 1972. Cohen en zijn aanstaande vrouw hadden geen zin in een “normaal” kostuum: dat paste ook niet in de tijd. De materiaalkeuze van varkensleer was opvallend en controversieel. Cohen heeft lang geaarzeld, maar besloot uiteindelijk geen das bij het pak te dragen. In diezelfde periode heeft hij het pak nog verschillende malen aangehad bij feestelijke gelegenheden. Vervolgens was hij het pak lange tijd kwijt, maar het kwam weer boven water in 2001 bij de verhuizing naar Amsterdam. ( Annemarie den Dekker)