Houten plaat met afbeelding van Beatrix. Twee uitsparingen voor gezicht en hand. (Degene die achter het paneel staat en uitsparing gezicht vult, houdt lans vast.)
Wachthuisje uit 1980: Decor van antiroyalistische performances
In 1980 was het Handelsbladgebouw één van de bolwerken van de Amsterdamse kraakbeweging. En bovendien lag het gebouw aan de Nieuwezijds Voorburgwal op een steenworp afstand van het Paleis. Vandaar zou Beatrix op 30 juni 1980 naar de Nieuwe Kerk lopen voor de inhuldiging. Eén van de rood-wit geschilderde wachthuisjes, die Peter Giele en David Veldhoen in de weken voor het kroningsoproer maakten, staat nu in The Times op de tentoonstelling Van Perskamer tot Kunstpaleis.
Het gebouw, waar tot 1977 de redactie van het Handelsblad (vanaf 1970 NRC Handelsblad) zat, werd in 1978 gekraakt. Naast woonruimte was er ook een café en galerij Amok, waar Peter Giele (1954-1999) en David Veldhoen (1957) een grote rol speelden. In het voorjaar van 1980 was het zeer onrustig in Amsterdam. Begin maart was, met inzet van tanks, een kraakpand in de Vondelstraat ontruimd. Omstreeks die tijd verschenen de affiches met Geen Woning Geen Kroning in de stad. Enkele dagen voor 30 april 1980 besloot de gemeente het pand aan te kopen, zonder onderhandeling vooraf met de krakers, waarschijnlijk met het doel om hen gunstig te stemmen vlak voor de 30ste april. In deze periode maakten Peter Giele en David Veldhoen twee rood-wit geschilderde wachthuisjes. Die stonden voor het Handelsbladgebouw en speelden een rol in de antiroyalistische performances die daar opgevoerd werden. Een ander decorstuk was een stuk hout met een levensgroot staand portret van Beatrix in staatsiekleding. Op de plek van het hoofd en een hand waren gaten gemaakt. Ook is een zwarte jas, een persiflage op een uniform, gemaakt van nylon materiaal en behangen met (schaats) medailles bewaard gebleven, alsmede een 3 meter lange lans.
Revolutionaire sfeer
Peter Lagendijk en zijn vrouw Susanna Leebeek-Lagendijk hebben het wachthuisje in 2012 geschonken aan het Amsterdam Museum. “Er was toen al een revolutionaire sfeer”, vertelde Peter Lagendijk over de stemming in de stad voor 30 april. Peter Lagendijk en zijn vrouw Susanna Leebeek-Lagendijk hadden Giele niet lang voor de troonswisseling leren kennen, toen ze een keer bij galerij Amok naar binnen gingen. Ze woonden in Amersfoort, maar Susanna had eerder in Amsterdam gewoond waar ze Provo, Kabouter en de hippietijd had meegemaakt. Lagendijk, die van zichzelf zegt dat hij “wel wat anarchistische trekjes heeft”, maakte geen deel uit van de kraakbeweging, maar hij had, net als zijn echtgenote, wel sympathie voor de doelstellingen. Op 30 april 1980 waren ze in Amsterdam met hun nog jonge kinderen. Lagendijk: “De sfeer was bizar, ik herinner me nog dat we in een Indisch restaurant aten vlakbij de Munt, waar we met betraande ogen zaten vanwege het traangas”.
Historische waarde
Lagendijk kocht het wachthuisje van Giele “vanwege het besef dat het van historische waarde was, of je het nu wel of niet met de kraakbeweging eens was”. Voor het Amsterdam Museum is het wachthuisje met toebehoren een uniek materieel overblijfsel van een roerige periode in de Amsterdamse geschiedenis. Het is gemaakt door de legendarische, te vroeg overleden kunstenaar Peter Giele samen met David Veldhoen. In de collectie van het museum zijn nauwelijks objecten die deze periode documenteren. Het ensemble is een goed voorbeeld van de actievormen van de jaren '80: een performance in de openbare ruimte, waarbij de majesteit zelf (in de vorm van een portret waar je je hoofd door kan steken) en de vertegenwoordigers van het gezag (de met medailles behangen wachters) een rol speelden. Het tweede wachthuisje is (waarschijnlijk) verloren gegaan, maar zou verder niet veel toevoegen aan het ensemble.
De tentoonstelling is inmiddels afgelopen. In het programma de Avonden van de VPRO vertelt David Veldhoen over het wachthuisje en over zijn Schuttersstuk - het gezicht van de M.E. dat in de Schuttersgalerij van het Amsterdam Museum te zien is.
( Annemarie de Wildt)