In de collectie van het AHM bevinden zich twee tekeningen naar gravures uit 1754 van Jan Punt (1711-1779) en Pieter Tanj‚ (1706-1761) naar tekeningen van Cornelis Troost (afb. a en b). De tekeningen zijn exacte kopie‰n van de gravures en zijn spiegelbeeldig aan de originelen van Troost. De getekende kopie‰n verschillen nogal in kwaliteit van de gravures en ook de onderschriften zijn niet identiek. Op de prenten staan versjes in het Nederlands en het Frans, onder de kopie‰n alleen een verwijzing naar de scŠnes uit het toneelstuk Jan Claasz of de gewaande dienstmaagd. Dit blijspel van Thomas Asselijn werd in 1682 voor het eerst opgevoerd en was aan het begin van de 18de eeuw bijzonder populair. In het blijspel wordt de draak gestoken met de streng religieuze menisten, leden van de doopsgezinde broederschap, die grote waarde hechten aan eenvoud, eerlijkheid en tucht. Zij werden door Asselijn voorgesteld als schijnheilig en onbetrouwbaar. Troost heeft verschillende scŠnes uit het toneelstu
k afgebeeld. De talrijke varianten door Troost zijn op hun beurt weer vele malen gekopieerd.
Deze tekening laat de eerste scŠne zien waarin twee menisten een bezoek brengen aan de ouders van Saartje Jansz. om hen namens hun vriend Reinier Adriaansz. de hand van hun dochter te vragen. Op de tweede tekening is de scŠne te zien waar Reinier Saartje het hof tracht te maken (zie cat. nr. 174). De bevallige Saartje wijst de onhandige Reinier echter af, omdat zij verliefd is op een ander. Door haar ouders met een list om de tuin te leiden, slaagt Saartje er uiteindelijk in toestemming van haar ouders te krijgen de man van haar keuze te trouwen. ( Leonoor van Oosterzee)