Driedelig theeservies, 1858
Johann Georg Christopher Meijer (goud- en zilversmid)
Amsterdam
zilver, ivoor
bruikleen 1974
inv.nr. KB 1322 t/m KB 1324
Driedelig theeservies bestaande uit theepot, melkkan en theebus. Alle onderdelen met afgeplat meloenvormig lichaam met verticale ribben op vier opengewerkte pootjes in de vorm van bladertakken. Lichaam melkkan overgaand in brede geschulpte hals met schenktuit. Theepot met gebogen tuit. Theepot en melkkan, elk met oor, opgebouwd uit C-voluten in zilveren vattingen, bij theepot met ivoren tussenringen. Theepot en theebus met scharnierend deksel - bij theebus met veersluiting en sluitknop in de vorm van een gestileerde bloemknop - met dekselknop in de vorm van een theedrinkende oosterling. Binnenzijde deksel met ivoren tussenring.
Herkomst
Legaat van mejuffrouw G.C. Blauw, Den Haag, 1973, aan de Backer Stichting, waarvan in bruikleen sedert 1974
Trefwoorden
theeservies, theepot, melkkan, theebus, Firma Benten en Zonen
edele metalencollectie, collectie Backer
Zie ook
- KA 18541.1/2 / Tweedelig theeservies
Catalogus zilver AHM 2003
In de negentiende eeuw kregen thee- en koffieserviezen exotische versieringen, een verwijzing naar de herkomst van deze genotsmiddelen. Dit in neo-rococostijl uitgevoerde theeservies is een sprekend voorbeeld van de hernieuwde belangstelling voor het oosten. De dekselknoppen zijn uitgevoerd in de vorm van een theedrinkende oosterling, gekleed in pofbroek en tulband en gezeten op een kleedje. De gedrukte meloenvorm van de objecten en de twijgvormige pootjes gaan terug op Haagse voorbeelden uit de achttiende eeuw (Baarsen 1995, p. 90). ( Bert Vreeken)
Amsterdam Museum, bruikleen Backer Stichting