Borduurlap, 1775 - 1799
onbekend (borduurster)
zijde, katoen
hoogte: 48.5 cm; breedte: 51.5 cm;
schenking 1969-02-24
inv.nr. KA 14191
in depot
Trefwoorden
borduurlap, borduurwerk, egelantier, zwevende engelen met krans, hoorn des overvloeds, roos, bloem, bloem, onbekend, vogel, vogel, roos, roos, vogel
textielcollectie
Deze laat achttiende-eeuwse borduurlap is van hoge kwaliteit. De borduurster en de herkomst zijn onbekend. Het is niet duidelijk of de doek het resultaat is van handwerkonderwijs, waar de meisjes leerden met handwerken in hun levensonderhoud te voorzien of dat de doek vervaardigd is door een borduurster van goeden huize onder het toeziend oog van haar moeder, een handwerklerares of een gouvernante. Borduren als aangenaam tijdverdrijf voor dames. Het jonge meisje of de jonge vrouw werkte met zijden garen op een katoenen stof met ingesponnen linneneffect in de stofdraad. De afmeting van de doek met rand bedraagt 47 bij 50 cm. Het werk is symmetrisch opgebouwd. Op de middenas zijn van boven naar beneden een vaas met een bloeiende egelantier, twee zwevende en gekroonde engelen met bloemenkrans en een hoorn des overvloeds weergegeven. De egelantier komt net als de tulp, de roos en de anjer veelvuldig voor op merklappen, los, geschikt in vazen of verwerkt in gestileerde bloemenbomen. De hoorn des overvloeds, de hoorn waaruit het goede der aarde overvloedig stroomt, bevat verschillende bloemsoorten waaronder een blauwe gentiaan. Links en rechts van de egelantier zijn twee orenvazen met bloemen aangebracht. Zij spiegelen elkaar. Dat geldt ook voor de vogeltjes op bloementak en de driehoekige vaasjes of manden met rozen. Hier en daar zijn er kleine kleurverschillen. Deze doek behoort tot de vroegste doeken waarin door middel van schaduwwerking getracht wordt diepte in de motieven, zoals de bloemen, aan te brengen. Dit kwam in de laatste kwart van de achttiende eeuw in zwang. Rechts van de engelen op de middenas bevindt zich een gestileerde boom op een ondergrondje, met links en rechts daarvan twee ruggelings naar elkaar toegekeerde vogels. Links ervan is enkel het grondje weergegeven. De symmetrische opbouw doet vermoeden dat dit grondje de aanzet is voor een spiegelbeeldige kopie van het motief aan de rechterzijde. Het geheel wordt omgeven door een zigzagrand met klavertjesdrie. Deze rand is met fijne opengewerkte steekjes vastgezet aan de doek.
De borduurster was er bijna. Slechts één motiefje ontbreekt en de bloemenkrans draagt geen initialen. Wat de reden daarvan is, is niet bekend. Zo dicht bij de eindstreep, zou dat kunnen betekenen dat de borduurster ziek geworden is of mogelijk zelfs overleden.
(Suzette van 't Hof)
Amsterdam Museum