Klokvormige bel met balustervormige steel en knop. Wand opgelegd met vier verticale, geponste en gegraveerde S-vormige slingers van bloemen, bladranken en C-voluten. Gecontourneerde rand met bloemen en C- en S-voluten. Rondom schouder bladeren, overgaand in steel met twee opgerichte, elkaar rakende bladeren, uitlopend in knop in de vorm van een dennenappel. Vergulding afgesleten. Klepel.
Herkomst
Verzameling A. Lange, Hannover, 1984
Trefwoorden
24393
De tafelbel was in de 18de eeuw een onmisbaar attribuut in gegoede kringen waarmee men het personeel bij zich riep. Dit exemplaar is uitgevoerd in het zwierige, asymmetrische rococo, de stijl waarin Willem Pont uitblonk. De wand vertoont vier verticale, S-vormige slingers die zijn samengesteld uit bloemen, bladranken en voluten. Ook langs de onderrand zijn bloemen aangebacht.
Catalogus zilver AHM 2003
De tafelbel werd in de loop van de achttiende eeuw een onmisbaar attribuut in gegoede kringen. Door met de bel te klingelen riep men het personeel bij zich. Dit bijzonder fijn gedetailleerde exemplaar is een goed voorbeeld van het rococo, een asymmetrische, speelse stijl waarin Jan Diederik Pont en zijn zoon Willem uitblonken. De voluten en bloemenslingers bedekken de verschillende onderdelen van het object en laten de verschillende onderdelen tot een eenheid versmelten. Deze a-tectonische vormgeving is karakteristiek voor het rococo. Van dezelfde meester is een uitvoering van dit model bewaard uit 1779 (Veiling Christie's Amsterdam, 27-5-1997, p. 65 nr. 293).
Een groter contrast dan met de tectonische vormen van de Lodewijk XVI-stijl, die enige tijd later in de mode zou raken, is nauwelijks denkbaar. Zie voor twee Amsterdamse tafelbellen uit 1790 en 1795, respectievelijk uitgevoerd door Jan Buijsen en Samuel Carel Heinrich Warneke: cat.nrs. KA 3687, KA 15216.