Over Reinier Ziesenis (1776-1818) is niet veel bekend. De Amsterdammer was tussen 1792 en 1801 ingeschreven aan de Amsterdamse Stadstekenacademie, en werd daar vermoedelijk vrienden met andere kunstenaars uit zijn tijd, waaronder Jacob Smies (1764-1833) en Jacob Ernst Marcus (1774-1826). Later werkte hij als assistent voor Stadsbouwmeester Abraham van der Hart. Ziesenis wordt, om onduidelijke redenen, niet genoemd in contemporaine kunstenaarsbiografieën. De tekening in het Amsterdam Museum is in 1939 aangekocht uit de verzameling van Willy C.J. Kock, samen met vijf andere figuurstudies (TA 18578-18583). De gehele set is destijds toegeschreven aan Johannes Ziesenis (1770-1799), de broer van Reinier, op basis van de signatuur op één van de werken (TA 18583). De achterzijde van Portret van Jacobus Wijsman vermeldt echter “R:Z:”, wat erop duidt dat deze tekening in werkelijkheid is gemaakt door Reinier. Deze nieuwe toeschrijving is in 1994 gedaan door Robert-Jan te Rijdt, die toevoegt dat de verwarring zal zijn ontstaan doordat de tekenstijlen van de twee broers moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn.
Op deze tekening zit een man tegen een boom geleund. Hij draagt hoge laarzen, een lange pandjesjas met brede lapellen, een hoge hoed en een stok, en kijkt wat arrogant richting de toeschouwer. Het opschrift op de achterzijde van de tekening vermeldt dat Amsterdams tekenaar en prentmaker Jacobus Wijsman (“Wysman,” aldus het opschrift) (1768-1827) model heeft gezeten, op 6 september 1798. Wijsman, die op het moment van tekenen dertig jaar oud was, is gekleed als een dandy – deze kledingstijl kwam op in de late achttiende eeuw, en werd gepopulariseerd door de Britse Lord Beau Brummell (1778-1840). Brummell, en de dandy’s na hem, waren tot in de puntjes verzorgd. De kleding van Wijsman sluit precies aan bij deze stijl: prenten uit dezelfde periode laten zien in hoeverre hij zich naar deze mode moet hebben gekleed – hij droeg zelfs zijn haar in de populaire verzorgde stijl.
De compositie van deze tekening vertoont een opvallende gelijkenis met Goethe in de Romeinse Campagna, het schilderij dat Johann Heinrich Wilhelm Tischbein (1751-1829) in 1787 maakte van de Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832). De half liggende figuur, met hoge hoed en knoopjes op de broek, lijkt ontzettend op de manier waarop Ziesenis Wijsman heeft weergegeven. Op de achtergrond van het schilderij zijn klassieke gebouwen, ruïnes en kunstwerken weergegeven, die de achttiende-eeuwse liefde voor de klassieke cultuur reflecteren. Het werk werd veel besproken en hoewel het nooit in Nederland is geweest, is goed mogelijk dat Ziesenis een reproductie onder ogen heeft gekregen. Wellicht wilde de neoclassicistische Wijsman zelf op dergelijke wijze getekend worden, om hiermee een vergelijking te trekken tussen hem en Goethe. Te Rijdt suggereert dat deze tekening, net als de rest van de set van Kock, is vervaardigd bij een niet-gedocumenteerd tekengenootschap. Dit onderbouwt hij aan de hand van het feit dat elk van de tekeningen op groot formaat is getekend, in zwart krijt en lichtgrijze inkt. De tekening van Wijsman is de enige van de set die in de natuur gesitueerd is, wat het werk onderscheidt van de rest van de set en waardoor het werkelijke doel onzeker blijft. ( Nina Reid)