Overlijden van Jan Nieuwenhuijzen, stichter der maatschappij tot nut van 't algemeen, 1806
Hendrik Lageman (1765 - 1816) (médailleur)
zilver
hoogte: 3.9 cm; breedte: 3.9 cm; diepte: 0.2 cm;
omschrift voorzijde: JAN NIEUWENHUIJZEN OVERLEDEN 25 FEBRUARIJ 1806
signatuur voorzijde in de afsnede: H. L. F.
: Hendrik Lageman Fecit
opschrift keerzijde in de afsnede: STICHTER DER MAATS: / TOT NUT VAN 'T / ALGEMEEN
omschrift keerzijde: HIJ OOGST NU HERGEEN HIJ GEZAAID HEEFT
bruikleen 1970
inv.nr. PB 340
in depot
voorzijde: een omschrift waarbinnen een graftombe in een cypressenbos. Op het frontspies van het dekstuk staat een hoorn des overvloeds afgebeeld, een kruis, een brandend hart en een palmtak. Op de voorzijde van de graftombe staan twee pilasters waartussen een immortellekrans (grafkrans) staat afgebeeld tussen twee fakkels, links een omgekeerde, gedoofde fakkel en rechts een brandende fakkel. Aan de voet van de tombe liggen 'vergeetmijnietjes'. In de afsnede een opschrift en een signatuur.
keerzijde: een omschrift waarbinnen een Ouroboros (slangenrond, symbool der eeuwigheid) doorvlochten met links een lauwertak en rechts een palmtak, omgeven door zonnestralen en wolken. In het midden een vlinder (kapel), het zinnebeeld der Maatschappij.
Trefwoorden
penning, overlijdenspenning, vanitas, graftombe, hoorn des overvloeds, grafkrans, cipres, slang, vlinder, lauwertak, palmtak, wolken, Maatschappij tot Nut van het Algemeen
penningen- en muntencollectie, collectie W.J.R. Dreesmann
Amsterdam Museum, bruikleen Stichting Genootschap Amsterdam Museum
