De signatuur G.J.J. van Os is later – waarschijnlijk om commerciële redenen – gewijzigd in G. van S. (Gerard van Spaendonck, 1746-1822), in zijn tijd de onbetwiste grootmeester van het geschilderde bloemstilleven. Het assortiment, de stijl en de compositie zijn echter kenmerkend voor Van Os en niet voor Van Spaendonck. Te herkennen zijn in bruine vaas op een marmeren blad: Breedbladige lepelboom, grootbloemig hertshooi, maurandia, camellia, oranjebloesem, klaproos, rhododendron, zwartpurperen scabiosa (2 vormen), judaspenning, cyclamen en emilia. ( Bert Vreeken)