Oefenstoplap van Magteltje de Graaf, 1915 - 1925
Magteltje de Graaf (1907-03-16 - 1996-09-06) (borduurster)
Amsterdam
katoen, linnen, borduurzijde
lengte: 16 cm; breedte: 7 cm;
schenking 1994-12-13
inv.nr. KA 19507.10
in depot
Vervaardigd op de Industrieschool voor Vrouwelijke Jeugd, Amsterdam
Lapje met keperbinding met twee stoppen in rood garen. de randen zijn afgewerkt dmv een flanelsteek uitgevoerd in rood garen. Mogelijk de omslag van een naaldenboekje.
Trefwoorden
stoplap, oefenstoplap, borduurwerk, Amsterdam Industrieschool voor Vrouwelijke Jeugd
textielcollectie
- KA 19507.1/15 / Diverse handwerken
Op 3 december 1902 geven Arie de Graaf (1871-1955) en Aaltje van Rees (1880-1956) in Ouder-Amstel elkaar hun ja-woord. Uit dit huwelijk wordt op 16 maart 1907 een dochter, Magteltje, geboren. Twee jaar later volgt nog een kindje, dat levenloos ter wereld komt. De jonge Magteltje wordt naar de Leerschool voor vrouwelijke jeugd gestuurd waar ze leert handwerken. Ze maakt er onder meer een stoplap en een proeflapje met twee stoppen. In 1929 is zij de bruid. Op 28 augustus trouwt ze met Peter de Nooij (1905-1984), een veehouder, eveneens uit Ouder-Amstel. Samen krijgen zij ten minste één zoon, Arie genaamd. Het jongetje, dat in 1933 geboren is, sterft amper veertien jaar oud in 1947. Of Arie broertjes en zusjes had daarover zwijgen de bronnen. De grafsteen op het familiegraf van het gezin spreekt des te meer. Magteltje en Peter worden herdacht als ouders en grootouders. Magteltje wordt in 1984 weduwe, bijna twaalf jaar later overlijdt ze op 6 september 1996 eveneens in Ouder-Amstel. De handwerken van Magteltje worden door mevrouw Corrie de Nooij-Brouwer aan het museum geschenken. Zij is de echtgenote van een naamloos gebleven zoon.
Piepklein is het werkje waarin Magteltje twee stoppen heeft verwerkt. Er zijn twee opties. Mogelijk is het een proeflapje, een voorbereiding op het grotere werk. Deze doeken worden veelal met rijgsteekjes onderverdeeld in vakken waarbinnen een stop is uitgewerkt. Mevrouw Berthi Smith-Sanders echter vermoedt dat het een omslag van een naaldenboekje is. Met de rode stippellijn is de rug van het boekje afgetekend. De stukjes stof waar de naalden in gestoken kunnen worden ontbreken. Het is klein van formaat, 16 x 7 cm. Magteltje koos voor rood zijden garen op een linnenondergrond. Het omzomen van het doekje, met een festonsteek, doet vermoeden dat het een praktische functie heeft gehad en in het gebruik niet mocht rafelen. Misschien is haar naaldenboekje ook een proeflapje of werd haar proeflapje een naaldenboekje? Magteltje voltooide dit werkje rond 1920.
(Suzette van 't Hof)
Amsterdam Museum
Alle rechten voorbehouden