Reinier Nooms, vooral een schilder van zee- en havengezichten, heeft enkele stadsgezichten geschilderd, waarin het water toch een grote rol speelt. Het is opvallend dat er op het schilderij een markante gebouwen te zien zijn. We zien de Prinsengracht vanaf de brug tussen de Westermarkt en de Rozengracht, naar het zuiden in de richting van de Reesluis. Rechts ligt een schuit uit Leiden, te herkennen aan de sleutels op de vlag, die wellicht goederen heeft afgeleverd voor de groentemarkt, die hier werd gehouden. De gehesen zeilen zorgen voor een levendig element in de compositie, maar schippers lieten hun zeilen ook daadwerkelijk op deze manier drogen.
Rechts aan de kade doet een vrouw haar was in het water van de gracht. Links bij de brug staat een huisje met een embleem van een rood hert, een verwijzing naar de brouwerij het Roode Hert, die even verderop lag. De zakken die over de brugleuning hangen te drogen, zijn waarschijnlijk hopzakken, waarin de hop werd bereid. De molen in de verte is een standerdmolen op één van de bolwerken van de stadswal. Door de uitbreiding van de grachtengordel vanaf 1662 zouden dit bolwerk en de molen binnen korte tijd worden gesloopt. ( Tom van der Molen)
Catalogustekst
In een van zijn zeldzame stadsgezichten toont Reinier Nooms ons de Prinsengracht naar het zuiden, gezien vanaf de brug tussen de Westermarkt en de Rozengracht. De schilder, vooral bekend om zijn maritieme voorstellingen, behoort evenals Jan Beerstraten, tot de eersten die de grachten tot onderwerp van geschilderde stadsgezichten heeft genomen. Hij ging hierbij voort in een richting die hij in zijn prenten al eerder was ingeslagen. Nooms moet zijn geboeid door de rechte loop van de gracht, het langste stuk zonder bochten in de stad. Markante gebouwen ontbreken. De breed uitgemeten waterpartij wordt slechts hier en daar onderbroken door fraaie boogbruggen en schuiten. De gehesen zeilen zorgen voor verticale accenten en versterken het perspectief. Kleine schepen konden tot hier komen zonder dat de mast hoefde te worden gestreken, door gebruik te maken van de ooggaten in de bruggen. Overigens grepen schippers iedere mogelijkheid aan om, zoals hier weergegeven, hun zeilen te laten drogen zodra de weerssituatie dat toeliet.
Het is een bewolkte dag, waarop allerlei figuurtjes in hun bezigheden opgaan. Vrouwen doen de was in de gracht en aan de westelijke kade zijn enkele marktscheepjes afgemeerd, misschien om goederen af te leveren voor de groentemarkt die hier sinds 1658 werd gehouden. De voorste schuit is blijkens de gekruiste sleutels op de wimpels helemaal uit Leiden afkomstig. Rechts is de brug over de Rozengracht bewust buiten beeld gelaten; de drie huizen met trapgevels bevinden zich op de hoek van Rozen- en Prinsengracht. Bij de brug ter hoogte van de Reestraat, de Reesluis genaamd, is links een houten huisje te zien met daarop een embleem van een rood hert: een verwijzing naar de verderop gelegen brouwerij Het Rode Hert. Over de brugleuningen hangen zakken te drogen: waarschijnlijk hopzakken, waarin de hop werd bereid. In het verschiet is wellicht het hoge dak van het in 1664 opgeleverde Aalmoezeniersweeshuis te zien. Samen met de standerdmolen op een van de nog te slopen bolwerken getuigt het gebouw van de uitbreiding van de grachtengordel vanaf 1662. Nooms heeft het begin ervan nog juist meegemaakt. ( Norbert Middelkoop)
Catalogus AHM 1975/'79
Traditioneel gedateerd omstreeks 1666. Het stuk ging bij Galerie St. Lucas door voor een werk van Abraham Storck, doch het wordt sinds het bezit van het museum is aan Nooms toegeschreven. Niet gesigneerd, evenmin als het in verwante trant geschilderde cat.nr. 314. Enkele door Nooms wél gemerkte Amsterdamse stadsgezichten gelijken in techniek en opvatting zozeer op onze twee stukken dat het vrijwel zeker is dat die inderdaad ook van zijn hand zijn (1. ‘Zuiderkerk en Zwanerburgwal’, gem. en gedat. 1659, Leipzig, Museum der bildenden Künste, cat. 1929, nr. 829; 2. 'Jan Roodenpoortstoren', gem. en gedat. 1659; voorheen in de verz. W.J.R. Dreesmann, Amsterdam, cat. I, blz. 10).
Men kijkt naar het zuiden; de brug leidt links naar de Reestraat. ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
Gezicht in zuidelijke richting. De brug leidt links naar de Reestraat
Tentoonstellingstekst
Alledaagse bedrijvigheid aan de Amsterdamse Prinsengracht. De schuit rechts heeft waarschijnlijk net groente gelost voor de markt. Een vrouw doet de was in het vieze water. Om gezond te blijven, drinken stadsbewoners bier - er zijn daarom veel brouwerijen. Zoals Het Roode Hert, waarnaar het embleem links bij de brug verwijst. Over de brugleuning hangen de hopzakken te drogen.