Catalogus AHM 1975/'79
In 1963 werden alle signaturen op de schilderijen van de Storcks in het museum met elkaar vergeleken. Dat leidde tot de conclusie dat dit stuk door Jacobus en Abraham Storck samen is geschilderd en dat Jacobus de signatuur aanbracht, met de voorletters ‘ JA’ zichzelf en zijn en zijn broer Abraham bedoelend. Een tweede exemplaar, waarop de boten iets anders gerangschikt zijn, gemerkt en gedateerd 1685, bevond zich destijds bij kunsthandel D. Katz te Dieren (afgebeeld in: Oud Holland 66, 1953, blz. 220, afb. 2).
De Haringpakkerstoren, oorspronkelijk een lage vestingtoren, werd in 1606 van een lage spits voorzien, die in 1607 door de afgebeelde spits werd vervangen, vermoedelijk naar een ontwerp van Hendrick de Keyser. De toren werd afgebroken in 1829. We zien hem vanaf een punt direct benoorden de Nieuwe Haarlemmer sluis. De torenklok, die het jaartal 1614 draagt, wijst zeven uur aan.
Links van de toren, in het IJ, de Nieuwe Stadsherberg, gebouwd in 1662. Deze was toegankelijk via de IJ brug, waarvan het ophaalbare middengedeelte zicht baar is rechts naast de toren. De stadsherberg was bestemd voor reizigers die ‘s avonds vóór het sluiten van de bomen de stad niet meer konden bereiken. Geheel rechts enige huizen op de hoek van het stuk IJ kade dat Haringpakkerij heette, omdat de haring er gezouten en gekuipt werd en waar ook de Haringpek kerstoren zijn naam aan dankte. ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
De Haringpakkerstoren, gelegen aan het IJ bij de Martelaarsgracht, dankt zijn naam aan de haringpakkerij.
Beneden in de toren, afgebroken in 1829, hielden de keurmeesters van de haring kantoor. Op dit gedeelte van de kade langs het IJ werd haring in tonnen verpakt en de kwaliteit werd nauwlettend in de gaten gehouden. In de verte liggen grote schepen afgemeerd bij de palenrij die Amsterdam van het IJ afsloot. Links van de toren is de Nieuwe Stadsherberg van 1662 zichtbaar. Wie na het sluiten van de 'bomen' in de palenrij voor de stad aankwam, kon hier logeren. Bij zonsopgang ging de houten brug naar de vaste wal weer open. ( Norbert Middelkoop)
Tentoonstellingstekst
De Haringpakkerstoren maakte oorspronkelijk deel uit van de vijftiende-eeuwse verdedigingswerken van de stad. Deze werd, na het verliezen van de verdedigingsfunctie, in 1606, van spits voorzien. Aan de voet van de toren waren haringpakkerijen gevestigd. De toren werd in 1829 afgebroken. Links van de toren ligt in het IJ de Nieuwe Stadsherberg, gebouwd in 1662. Deze was bestemd voor reizigers die de stad voor het vallen van de avond niet meer konden bereiken
Tentoonstellingstekst
Centraal in het schilderij staat de Haringpakkerstoren. Dit was één van de torens uit de omwalling van het oude Amsterdam. In 1607 is de spits toegevoegd. De haringpakkerstoren ontleend zijn naam aan de bedrijfsactiviteiten die zich rechts van de toren op de kade afspeelden. Daar werden de in de Noordzee gevangen haringen gezouten en gepakt. De windwijzer op de toren, in de vorm van een haring, verwijst ook naar deze nijverheid. Links van de toren is een rechthoekig gebouw te zien. Dat was de stadsherberg. Deze was via een steiger te berieken. Als ´s avonds de stadspoorten dicht gingen, werden ook in het IJ de doorgangen in de palenrij afgesloten. Bezoekers, zeelui en kooplieden konden dan niet meer de stad in, en moesten overnachten in de Stadsherberg. Deze was gebouwd op palen in het IJ. Aan het eind van de steiger was een klapbrug, die ging ´s avonds omhoog. Helemaal links liggen een paar koopvaardij schepen. De rechter lijkt een fluit te zijn, het succesvolle scheepstype dat sinds het eind van de zestiende eeuw vooral bij de Europese handel dienst deed. Het smalle ingesnoerde dek maakte dat dit schip bij het passeren van de Sont weinig belasting hoefde te betalen. In de haven zelf zijn diverse kleine shceepjes en bootjes te zien. Deze werden gebruikt in het waterrijke Amsterdam met zijn praktische grachtengordel: de pakhuizen waren altijd over water te bereiken. Ook de binnenvaart over de voormalige Zuiderzee en de binnenvaart naar andere Nederlandse en buitenlandse plaatsen, maakte gebruik van kleine schepen, vaak platbodems. Het scheepje in het midden voor is zo´n platbobem. Om niet op drift te raken hadden platbodems zogeheten 'zwaarden' aan de zijkant; die hadden de zelfde functie als een kiel onder water. Het voordeel van de platbodems was dat ze ook ondiep vaarwater moeiteloos konden bevaren. een aantal vlaggen toont het oranje-blanje-bleu, de kleuren van de Prins van oranje. Hieruit is de huidige Nederlandse vlag voortgekomen met de kleuren roood-wit-blauw. De klok op de Haringspakkerstoren wijst zeven uur aan. Te zien aan de schaduw van de passanten vóór de toren, is het zeven uur in de avond. Het groen van de boom wijst aan dat het zomer is. ( Lodewijk Wagenaar)