Tentoonstellingstekst
Vanaf de voltooiing in 1665 gold het stadhuis als hét symbool van de macht van Amsterdam en geschilderde voorstellingen ervan waren zeer populair. Vooral Berkheyde heeft het gebouw vele malen afgebeeld. Vanaf een sluisbrug in de Nieuwezijds Voorburgwal is de blik naar het noorden gericht. Links van het water bevindt zich de Bloemmarkt, rechts de Pijpenmarkt. Op de achtergrond torent het stadhuis boven de bebouwing uit, met het elegante koepeltje en het beeld van Atlas die het hemelgewelf draagt. ( Olga Ruitenbeek)
Berckheyde laat ons uitkijken over de nog ongedempte Nieuwezijds Voorburgwal naar het noorden. Verderop is het pas voltooide Stadhuis te zien, met de in 1665 geplaatste koepel. Op dit stadsgezicht gaat het gebouw, hoewel hoog boven alles uittorenend, op in het straatbeeld en het stadse leven. Op het pleintje links, de Bloemmarkt, bindt een man zijn paard vast. Twee deftig geklede heren keuvelen wat in de schaduw van de bomen langs de gracht. Op de voorgrond wordt juist een biervat op een schuit gerold. Aan de overkant van de gracht lopen mensen van en naar de Dam. De schuit met biervaten en het paard met wagen verder op de brug zorgen voor een verbindend element tussen de linker- en rechter oever.
De Haarlemmer Berckheyde was gespecialiseerd in het schilderen vanstadsgezichten. Zoals hij in Haarlem de Grote Markt vaak en vanuit allerlei hoeken en gezichtspunten schilderde, deed hij dat in Amsterdam met nieuwbouw, zoals het Stadhuis en de pas aangelegde bocht in de Herengracht. Er was blijkbaar een grote vraag naar geschilderde stadsgezichten van deze gezichtsbepalende plekken. ( Tom van der Molen)
Catalogustekst
De stad Amsterdam heeft vijf schilderijen van Gerrit Berckheyde waarop het stadhuis op de Dam is te zien. De twee bekendste kwamen in de verzameling in 1854 met het legaat Van der Hoop. In het gezicht op de Dam naar het noorden benutte de kunstenaar de vergroting van het plein om het gebouw, nog altijd dramatisch belicht, in een kras perspectief weer te geven. Hij volgde hiermee de inventie van Lingelbach en de experimenten van Van der Heyden. De Bloemmarkt toont het gebouw van de zijde van de Nieuwezijds Voorburgwal, hoog uittorenend boven de bebouwing. Hier dient het schuitje op de voorgrond als verbindend element in de compositie. In de resterende twee stadhuisgezichten [SB 1160 en SA 7454] ging de kunstenaar uit van hetzelfde standpunt als het eerstgenoemde schilderij.
Wat ook uit vele versies van dit uitzicht blijkt, is dat Berckheyde het gebouw steevast parallel aan het beeldvlak plaatst, met een meer uitgebalanceerde compositie als resultaat. De zeldzame overhoekse weergave, slechts bekend uit het hier besproken werk, heeft een ietwat gedisproportioneerd stadhuis tot gevolg, de juiste toepassing van het tweepuntsperspectief ten spijt. De gekozen oplossing én de aanpassing in latere stadhuisportretten vanaf de Dam wijzen op een vroeg tijdstip van ontstaan. De vroegst gedateerde weergave van het volledige gebouw door Van der Ulft uit 1663, dus ruim voordat de koepel werd geplaatst, toont het uitzicht vanaf nagenoeg hetzelfde standpunt maar met de gevel parallel aan het beeldvlak [ex-A 1687]. Mogelijk wilde Berckheyde het voorbeeld van zijn 11 jaar oudere vakbroeder overtreffen met een gedurfder aanpak. Lijken bij Van der Ulft de vele mensen op de Dam al bezit te hebben genomen van het gebouw, bij Berckheyde houdt de pleinbevolking nog een gepaste afstand in acht. Beide schilderijen zijn van cruciaal belang voor de iconografie van het stadhuis. Rixtels lofdicht op het gebouw en Berckheydes schilderij kan dan ook zeer goed zijn geïnspireerd door dit doek. ( Norbert Middelkoop)
Tentoonstellingstekst
Gezicht op de Nieuwezijds Voorburgwal met links de Bloemmarkt. Rechts het stadhuis. Berckheyde heeft talrijke malen het Amsterdamse stadhuis in beeld gebracht, maar hij heeft slechts een enkele keer zijn standpunt zó gekozen, dat hij dit gebouw van de achter- en zijkant zag, met op de voorgrond het water en de huizen van de Nieuwezijds Voorburgwal.
Gerrit Berckheyde legde zich toe op het schilderen van stadsgezichten, waarbij vooral de belangrijke gebouwen en huizen zijn aandacht hadden. Hij woonde in Haarlem, maar hij heeft ook andere steden, vooral Amsterdam en Den Haag, veelvuldig in beeld gebracht.
Tentoonstellingstekst
Geschilderde voorstellingen van dit beroemde gebouw waren zeer populair en vonden hun weg naar tal van verzamelaars.
Het nieuwe stadhuis van Amsterdam gold al voor de voltooiing in 1665 als hét symbool van de economische macht van de stad. Gerrit Berckheydes talrijke portretten van het gebouw waren zeer populair en werden onder meer door Europese vorsten verzameld.
Adriaan van der Hoop kocht De Bloemmarkt en de Dam naar het noorden op een veiling in december 1832. Hij beschouwde de beide stadsgezichten als tegenhangers, hoewel het ene op paneel en het andere op doek is geschilderd. ( Norbert Middelkoop)