hoogte z/lijst: 140 cm; breedte z/lijst: 196 cm; hoogte met lijst: 168 cm; breedte met lijst: 228 cm; dikte met lijst: 13 cm;
signatuur rechtsonder op stuk hout: Dubbels
legaat 1854-03-15
inv.nr. SA 7486 in depot
Van der Hoop en Blankert Rijksmuseum 1960
Zeegezicht nabij het strand van Den Helder bij stormachtig weer. Op de woelige zee vele schepen. Rechts op het strand een bootje met twee vissers.
Herkomst
? Veiling, Amsterdam, 21 juni 1774, nr. 59, aan De Winter; ? veiling, Jean-Etienne Fiseau, Amsterdam (Ph. van der Schley e.a.), 30 augustus 1797, nr. 57, aan Van Santen; of ? verzameling Henri Hope (1735-1818), Amsterdam; ? van Henri Hope verworven door James Crawfurd, Rotterdam; veiling James Crawfurd, Londen (Christie’s), 26 april 1806, nr. 31, niet verkocht; veiling James Crawfurd, Londen (Christie’s), 19 februari 1807 e.v. (20), nr. 75, niet verkocht; anonieme veiling [Elwin Hastings], Londen (H. Phillips), 27 juni 1807, nr. 31, niet verkocht; anonieme veiling [Elwin Hastings], Londen (H. Phillips), 18 mei 1808, nr. 78, niet verkocht; anonieme veiling [Elwin Hastings?], Londen (H. Phillips), 6 juni 1809, nr. 97; veiling Charles Kinnaird, Londen (H. Phillips), 21 mei 1811, nr. 16, niet verkocht; veiling Charles Kinnaird, Londen (H. Phillips), 4 maart 1813, nr. 49, niet verkocht; veiling, Edward Hollond, Londen (Christie’s), 22 mei 1830, nr. 33, aan kunsthandelaar John Smith; van kunsthandelaar John Smith, gekocht door Adriaan van der Hoop, 2 juli 1833; legaat aan de Stad Amsterdam, 1854; Museum Van der Hoop, 1854-1885; bruikleen aan Rijksmuseum, 1885-1975
Dit schilderij, dat wel wordt gezien als het belangrijkste werk van Dubbels, verbeeldt het Marsdiep, de zeedoorgang tussen Texel en Den Helder. Het eiland is links te zien, het vasteland rechts. De grote vloot met schepen vaart juist de Zuiderzee op. Van de rede van Texel vertrokken de handelsschepen, vanaf de rede van Den Helder de oorlogsschepen. Over de precieze identificatie van de vloot is in het verleden veel gespeculeerd. Daarbij werden veelal vloten genoemd die naar de een of andere zeeslag onderweg waren, terwijl de vloot op het schilderij juist terugkeert in Hollandse wateren. Adriaan van der Hoop (1778-1854), de steenrijke bankier die zijn belangrijke schilderijencollectie naliet aan de stad Amsterdam, kocht het schilderij eerder vanwege zijn kunstwaarde. In zijn collectie heette het doek slechts ‘Een zeegezicht’. Welke vloot het was en waar het zeegezicht is gesitueerd was voor hem van minder belang. De compositie is overigens vaker door Dubbels gebruikt, in vele varianten van beschoeiing en duinlandschap. ( Tom van der Molen)
Catalogus AHM 1975/'79
Heette in de collectie Van der Hoop slechts "een zeegezicht", in de catalogi van het Rijksrnuseum gespecificeerd als "bij Den Helder".
't Hooft meende dat zijn voorgesteld: "de Spiegel als Generaal van het eerste eskader en het wapen van Enkhuizen als Schout bij Nacht van het derde, de voor de komst van de overige eskaders en der groote Schepen aldaar reeds aanwezige Amsterdamsche en Noord Hollandsche Schepen in het begin van April 1666". Dit werd opgenomen in de Rijksmuseumcatalogus van 1934. In die van 1950 heet het schilderij: "De vloot van Wassenaar – OpDam verlaat Tessel in de lente van 1665, tijdens de tweede Engelse oorlog", met daarbij als toelichting: "links het eer ste squadron. In het m'idden de "Staveren" van vice adrniraal Nicolaes Marrevelt.. geheel links de duinen var Texel; rechts de kust van Noord Holland met Huisduinen ... Deze vloot, de grootste die tot dusver ooit uit Holland was vertrok ken, werd door de Engelse vloot verslagen bij Lowestoft op 3 juni 1665, waarbij Van Wassenaer Obdam sneuvelde". Deze identificatie berust op de mening van wijlen Dr. R. van Luttervelt (mondelinge mededeling B.Haak) en werd overgenomen door Preston en Bol.
Het lijkt mij overigens de vraag of ons stuk inderdaad een topografisch natuurgetrouwe "vedute" is. Er bestaan namelijk door Dubbels gesigneerde varianten op ons schilderij, waarop ducdalven, beschoeiingen en de achtergrond rechts wel globaal, maar lang niet precies hetzelfde zijn (diverse versies reeds vermeld door Willis en Bol). Ook de figuren en schepen verschillen op die stukken aanzien lijk met ons schilderij (Florence, Galleria Pitti, cat. 1937, nr. 457; Leipzig Museum der bildenden Künste, cat. 1929, nr. 1002; Kaapstad. Townhall, Michaelisgift, cat. 1913, pl. 8, als: strand bij Scheveningen).
Willis zag in ons stuk "die Endgültige Fassung"; Bol achtte het het fraaiste van de reeks. Martin vond dat vooral in dit werk Dubbels' “zeer typische, moeilijk te omschrijven schilderwijze” tot uiting komt en constateerde "een zeer apart fijn grijs, dat er tegen wit en geelbruin een merkwaardig effect maakt". ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
De rede van Den Helder was de ankerplaats van de oorlogsschepen van de Amsterdamse admiralitiet en van de Westfriese admiraliteit (Hoorn en Enkhuizen).
Het schip in het midden is herkend als de ‘Staveren’. In 1665, aan het begin van de Tweede Engelse Oorlog (1665-1667), maakte dit schip deel uit van de vloot onder commando van Jacob Wassenaar Obdam. Deze werd op 13 juni in de Slag bij Lowestoft verslagen door de Engelsen. Geheel links is Texel te zien, vertrekpunt van handelsschepen uit Amsterdam en uit de Westfriese havens. De kleinere vaartuigen op de voorgrond worden ‘lichters’ genoemd. Zij vervoerden de lading van en naar de schepen. Grote schepen konden vanwege de vele ondiepten niet beladen de Zuiderzee over.
Tentoonstellingstekst
Amsterdam was evenals de Westfriese havensteden moeilijk te bereiken voor grote schepen. De vele ondiepten in de Zuiderzee vormden een gevaar. In 1672 merkte de Engelse ambassadeur in de Republiek op dat Amsterdam de ongerieflijkste haven van het land bezat. De doorvaart bij Texel en de route door de Zuiderzee vond hij gevaarlijker dan een reis naar Spanje. Om het risico van schipbreuk te verminderen werd de lading van aangekomen vrachtschepen al gedeeltelijk bij Den Helder, Texel Vlieland of Terschelling overgeladen op kleinere schepen. deze lichters zeilden vervolgens naar Amsterdam. Omgekeerd vond het inladen ook pas buiten de Zuiderzee plaats. Op dit schilderij zijn enkele van die lichters te zien.
Tentoonstellingstekst
Een vloot bevindt zich tussen de kust van Den Helder (rechts) en het eiland Texel (links). Vanaf de rede van Texel vertrokken de handelsschepen naar oost en west. De rede van Den Helder was de ankerplaats voor oorlogsschepen van de Amsterdamse en Westfriese Admiraliteiten. Het schip in het midden is ooit herkend ald de 'Staveren'. Dit schip maakte aan het begin van de Tweede Engelse Oorlog (1665 -1667) deel uit van de vloot die op 13 juni 1665 werd verslagen door de Engelsen in de Slag bij Lowestoft. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze vloot is afgebeeld. De schepen zijn niet op weg naar de volle zee maar keren juist terug naar de thuishaven.