Agnes Block (1629-1704), de vrouw in het midden op dit schilderij, genoot in haar tijd een grote reputatie als botanicus. Ze kweekte zeldzame, exotische gewassen op de hier getoonde buitenplaats Vijverhof aan de Vecht bij Loenen. Op dit schilderij worden onder andere een gekweekte Braziliaanse ananas (geheel links) en een Curaçaose bolvormige cactus getoond. Geheel links is nog juist een stukje van een tropische kas te zien. Block was niet alleen geïnteresseerd in planten.
Zoals wel blijkt uit de afgebeelde prenten, schilderijen, boeken en beelden, had zij een brede belang- stelling voor kunst en natuur. De man naast Agnes, met het beeldje in zijn hand, is haar tweede man Sybrand de Flines (1623-1697). In 1674 trouwde zij met deze Amsterdamse zijdehandelaar. het huwelijk bleef kinderloos. Het is dan ook nog een onopgelost raadsel wie de kinderen links zijn. De Flines had twee dochters uit zijn eerste huwelijk, maar die waren in 1694 al dertigers. Bovendien lijkt het linker kind eerder een jongetje dan een meisje. Het is wel te verwachten dat de kinderen tot de familie van het echtpaar behoorden. ( Tom van der Molen)
Catalogus Kopstukken 2002-'03
In 1674 trouwde de Amsterdamse zijdehandelaar Sybrand de Flines (1623-1697) met de 45-jarige Agnes Block (1629-1704). Het was voor beiden het tweede huwelijk. Agnes' eerste huwelijk was kinderloos gebleven, maar Sybrand had reeds twee dochters. Weenix schilderde het echtpaar op leeftijd tegen de achtergrond van de buitenplaats Vijverhof in Loenen aan de Vecht. Deze lusthof was in 1670 door Agnes Block aangekocht; hier kweekte zij zeldzame gewassen, zoals de ananas links op het schilderij, en hield zij vogels. Zij genoot een grote faam als botanicus en zou op een penning uit 1700 zelfs 'Flora Batava' worden gedoopt. Gedurende haar gehele leven heeft Agnes vele bloemen, planten, schelpen, dieren en insecten laten aquarelleren. Haar interesse bleef niet beperkt tot de naturalia, wat op het schilderij blijkt uit de afgebeelde boeken, schilderijen en beelden. De combinatie van verzamelingen van naturalia en artificialia kwam in die tijd veelvuldig voor. Agnes Block legt hiermee getuigenis af van de gangbare classicistische opvatting dat de 'onafgemaakte' natuur door het menselijk 'genie' afgemaakt dient te worden.
Lang is aangenomen dat het schilderij door Jan Weenix kort na het huwelijk van het paar in 1674 werd gemaakt en dat de twee kleine kinderen de dochters uit De Flines' eerste huwelijk voorstellen. Deze waren in 1674 echter al veel te oud om in aanmerking te komen. Het huwelijk De Flines-Block bracht geen kinderen voort - reden waarom de identiteit van de afgebeelde kinderen voor de nodige hoofdbrekens heeft gezorgd. Blankert verschoof de datering van het schilderij reeds naar de jaren '90, onder meer vanwege de middelbare leeftijd van het echtpaar, en zag in een van de kinderen een jongetje. Ook wees hij op de mogelijkheid dat de kinderen wellicht in de familie van Agnes Block moeten worden gezocht. Uit de vele testamenten die zij tijdens haar leven liet opstellen, komt de Nederlandse Flora naar voren als een zelfstandige, dominante vrouw, die niet van plan was haar nalatenschap uit haar familie te laten verdwijnen. Vooral nichtjes die haar naam hadden gekregen, zouden rijkelijk worden beloond. Om deze reden is het interessant Agnes' nichtje Agneta de Neufville (1658/'59-1719) nader te volgen. Het huwelijk van Agneta met haar volle neef David de Neufville (1656-1729) had twee dochters voortgebracht: Catharina (1684-1729) en Petronella (1688-1749). Deze meisjes waren in 1694 respectievelijk 9 à 10 jaar en 5 à 6 jaar oud. Zij komen niet alleen qua leeftijd goed overeen met de afgebeelde kinderen, hun aanwezigheid benadrukt ook de vastberadenheid waarmee Agnes Block ervoor zorgde dat haar bezittingen in de familie zouden blijven. ( Jan Six)
Tentoonstellingstekst
Agnes Block (1629–1704) is geportretteerd samen met haar tweede echtgenoot, de zijdehandelaar Sybrand de Flines (1623–1697), en twee kinderen. Sinds 1676 woonde Agnes Block op haar buitenplaats Vijverhof aan de Vecht, waar zij een botanische tuin had aangelegd. Zo lukte het haar om ananas te kweken - hier geheel links - nadat deze vrucht in 1680 uit Suriname was ingevoerd. Ook fokte zij vogels en liet deze afbeelden. Op de achtergrond zijn een volière en een broeikas te zien. De attributen op en rond de tafel verwijzen naar de interesse van het echtpaar in kunst en naturalia. Jan Weenix werkte in Utrecht en Amsterdam. Evenals zijn vader Jan Baptist Weenix schilderde hij vooral jachtstillevens, landschappen en portretten.
Catalogus AHM 1975/'79
Op de boog van het poortje links in de achtergrond: "VIJVER HOF". Daaruit blijkt dat het voormalige buiten "Vijverhof" te Loenen is afgebeeld. Het terrein werd in 1670 aangekocht en ht. buiten van toen af aan aangelegd door Agnes Block (1629-1704), die enige maanden tevoren kinderloos weduwe was geworden. In 1674 hertrouwde zij met de zijdehandelaar Sybrand de Flines (1623-1697). Beiden behoorden tot de vermogende Waterlands doopsgezinde families te Amsterdam. Zij zijn rechts afgebeeld, links twee kinderen (zie onder). Catharine van der Graft bracht talloze interessante bijzonderheden over Agnes Block aan het licht in een artikel uit 1941 (De buitenplaats Vijverhof aan de Vecht, in: Historia 7, 1941, blz. 169-173) en in de onder lit. genoemde publicaties van 1943 en 1962 (verder afgekort als G 1941, G 1943 en G 1962). Daaraan ontleen ik het volgende. Agnes was een nicht van Vondel. Deze schreef van 1649 af een groot aantal gedichten te harer ere (G 1943, blz. 24, 30 e.v., 53 e.v., 70) en was steeds met haar bevriend. Volgens Vondels biograaf Brandt vond de dichter "in zynen ouderdom nergens grooter vermaak dan in haar gezelschap en gesprek" (G 1941).
Vondel zal daartoe wellicht Vijverhof bezocht hebben, waar Agnes in haar latere leven niet alleen 's zomers maar ook de hele winter door placht te verblijven. Zij legde zich er toe op het kweken van planten, vooral exotische. Dat was een geliefkoosde bezigheid van vooraanstaande dames. Agnes was van hen evenwel het vermaardst en wellicht ook het bekwaamst.
Reeds zeer vroeg gelukte het haar de ananas te kweken. Ca. 1680 werden de eerste exemplaren van deze vrucht uit Suriname aangevoerd; in 1682 werden twee in de hortus te Amsterdam nagekweekte exemplaren op een staatsbanket geconsumeerd (G 1943, blz. 121 e.v.). Agnes' ananas is geheel links op het schilderij te zien. In 1687 liet ze er een afbeelden door Alida Withoos (G 1943, blz. 138). Aan de voeten van het jongetje links op het schilderij groeit de even zeldzame cactus melocactus. Beide planten nemen een nog prominentere plaats in vooraan op een gestileerde afbeelding van "Vijverhof" op de achterzijde van een in 1700 geslagen penning. Op de voorzijde van de penning ziet men Agnes' beeltenis en het opschrift "Agneta.Blok.Flora.Batava" (G 1943, blz. 122, afb.). Vijverhof met zijn keur van planten werd uitvoerig bezongen door Lud. Smids en Gualtherus Blok (G 1943, afb., en blz. 113 e.v.).
Reeds in 1661 (dus vóór zij met de aanleg van Vijverhof begon) liet Agnes Block 92 bloemen door Herman Saftleven aquarelleren. Na 1670 legde zij een grote verzameling aan van aquarellen van door haar gekweekte planten, uitgevoerd door een hele reeks kunstenaars: S. Merian, W. de Heer, P. Withoos, J. Bronkhorst, O. Marseus van Schrieck, F. Bol e.a. De complete lijst ervan is bewaard (afgedrukt bij G 1943, blz. 135-142) en ook enkele van de tekeningen zelf (zie: Bienfait en G 1962). Zij liet ook 52 vogels uittekenen (G 1943, blz. 150-152). Stellig is het één van deze bladen die zij op ons schilderij in de hand houdt en is één van de vogels uit haar volière erop afgebeeld. Op het plateau voor haar zien we schelpen en opgezette vlinders uit haar rariteitenkamer, aan haar voeten boeken uit haar boekerij en een schilderij (voorstellend "De Annunciatie") uit haar schilderijencollectie. Over het bestaan van een volière, een rariteitenkamer en een boeken en schilderijenverzameling op Vijverhof, licht G. Bloks gedicht ons in (zie: G 1943, blz. 113 e.v.).
Volgens mevrouw Van der Graft reikt op het schilderij Sybrand de Flines zijn vrouw een door haarzelf geboetseerd beeldje aan (G 1943, blz. 73). Dat zij zelf boetseerde en ook tekende en schilderde valt af te leiden uit het verjaarsgedicht dat Vondel in 1668 op haar maakte: "Agnes, staek nu 't onderzoeken / En gesprek met stomme boeken. / Teken bloemperk noch prieel. / Besig potloot, noch penseel. / Pen noch int, noch waterven: / ’t Is nu tijt de kunst te derven. / Zet bootseeren aen een zy.." (G 1943, blz. 55).
Agnes’ echtgenoot had voor haar kweekkunst minstens belangstelling: toen hij Parijs bezocht, had hij, op zijn speciaal verzoek, een onderhoud met de hortulanus van de Franse koning. Mevrouw Van de Graft las onder de signatuur: "een jaartal, waarvan het derde cijfer niet meer leesbaar is, doch dit moet een 7 zijn .. dit jaartal (kan) .. niet anders zijn dan 1674" (G 1943, blz. 72). Het stuk zou dus uit het jaar van het huwelijk met De Flines dateren en de kinderen links, aldus mevrouw Van de Graft, zouden de dochters uit diens eerste huwelijk zijn, Anna (1661-1713) en Elisabeth (1662-1717). Als dat zo is, dan zien de kinderen op het schilderij er bijzonder jong uit en het echtpaar zeer oud voor hun leeftijd in 1674, en het kind links lijkt een jongetje. Bovendien had Vijverhof sterk geleden onder de inval der Fransen in 1672 en waren daardoor, zo blijkt uit andere bron, in 1674 de bloembedden nog leeg (vgl. G 1943, blz. 66 en G 1962; J. Oudaan, Poëzy II, Amsterdam 1712, blz. 352), terwijl op ons schilderij alles er zeer wel bijstaat. Daarom, lijkt het mij waarschijnlijk dat het doek beduidend later dan 1674 ont stond en dat de jongen en het meisje twee der kinderen uit Agnes' eigen familie voorstellen, die in haar vele testamenten steeds als haar voornaamste erfgenamen voorkomen (vgl. G 1943, blz. 86 e.v., 92 e.v.). Wel moet het stuk voor 1697, toen De Flines overleed, zijn geschilderd.
Van Luttervelt wijst erop dat het schilderij tot de weinige 17de eeuwse portretten behoort waarop een "echte" tuin als achtergrond dient: meestal werd de afbeelding van de landschapsachtergrond aan de fantasie van de schilder overgelaten.
Reeds kort na de dood van Agnes Block werden haar collecties verkocht en "Vijverhof" sterk veranderd. In 1941 resteerde nog slechts een hek met de naam van het buiten erop (G 1941, afb. blz. 174). ( Albert Blankert)
De amateurbotanicus Agnes Block (1629-1704) bezat sinds 1676 het buiten Vijverhof aan de Vecht. Zij liet huis en tuinen verfraaien en bracht er een indrukwekkend kunst- en naturaliënkabinet bijeen. Een belangrijk onderdeel vormde haar verzameling zeldzame planten, in natura en geaquarelleerd. Agnes Block correspondeerde met beroemde plantkundigen in binnen- en buitenland en wisselde planten en zaden met hen uit. In botanische kringen werd zij onsterfelijk met de ananas Linscotti, want als een der eersten in ons land had zij de plant in 1686 in vrucht. Het leverde Agnes de erenaam Flora Batava op. In opdracht van de trotse eigenares maakte Alida Withoos (ca. 1659-1730) een tekening van de plant en er werd een gedenkpenning geslagen. Naast Withoos voerde een keur van bloementekenaars regelmatig opdrachten voor Agnes Block uit, onder wie Maria Sybilla Merian (1647-1717) en Herman Henstenburgh (1667-1726). Zelf schreef zij over dergelijke tekeningen Als ik een vreemde of onbekende plant heb, dan laat ik hem tekenen naar het leven, zodat ik als ze dood zijn, een aandenken heb op papier.
Op het schilderij van Weenix zit de Bataafse Flora tussen haar schatten, waaronder een bloeiende ananasplant, een oranjeboompje, een granaatappelbloesem, een acanthus en een althaeastruik. Ook is de Mammillaria mammillaris te zien, een cactus van Curacao, die omstreeks 1687 in cultuur kwam. ( Bert Vreeken)
De buitenplaats Vijverhof lag aan de Vecht, tussen Nieuwersluis en Breukelen. Veel doopsgezinden hadden op dit gedeelte van de Vechtoever hun buitenplaats. Ook Agnes Block en haar man waren doopsgezind. Vandaar dat deze streek wel als 'de Mennistenhemel' werd aangeduid.
Agnes Block en haar man hadden een grote belangstelling voor het kweken van buitenissige planten en bloemen. Bovendien had Agnes, die een nicht van Vondel was, een grote belangstelling voor de kunsten.
Op het schilderij is in de linkeronderhoek bijvoorbeeld een ananasplant zichtbaar. Agnes Block was een van de eersten in Nederland die er in slaagden een rijpe vrucht aan deze plant te kweken. Voorts zijn er op het schilderij te zien een oranjeboompje, een granaatappelbloesem, een acanthus en een althaeastruik. De tuin was volgens het strakke, Franse model aangelegd.
Tentoonstellingstekst
De zijdehandelaar Sybrand de Flines (1623-1697), zijn echtgenote Agneta Block (1629-1704) en twee kinderen zijn afgebeeld in de tuin van hun buitenplaats 'Vijverhof' aan de Vecht. Agneta Block was een nicht van Joost van den Vondel, met wie zij goed bevriend was. Zij legde zich toe op het kweken van vooral exotische planten. Het lukte haar al vroeg ananas te kweken (zie geheel links), nadat deze vrucht in 1680 uit Suriname werd ingevoerd.
Jan Weenix werd in Amsterdam geboren, werkte daar en tijdelijk in Utrecht. Hij specialiseerde zich, zoals zijn vader Jan Baptist, in stillevens met dood wild, maar hij maakte ook portretten en landschappen.
Tentoonstellingstekst
In 1674 trouwde de weduwe Agnes Blok (1629-1704) met de zijdehandelaar Sybrand de Flines (1623-1697). Beiden behoorden tot vermogende doopsgezinde Amsterdamse families. Agnes Blok was een nicht van Vondel. Zij had als speciale liefhebberij het kweken van exotische planten. Zij slaagde erin de ananas te kweken, die geheel links is afgebeeld. Het echtpaar is afgebeeld in hun buitenplaats 'Vijverhof' te Loenen aan de Vecht.
Tentoonstellingstekst
Op een portret laat men zich natuurlijk van zijn of haar beste kant zien. In dit geval behelst dat onder andere een ananas en een cactus: de afgebeelde vrouw, Agnes Block, is een beroemd botanicus die exotische gewassen kweekt op een buitenplaats aan de Vecht. Overigens hebben zij en haar man samen geen nakomelingen. Het is dan ook gissen wie de twee kinderen zijn.