Ter ere van het bezoek van Tsaar Peter de Grote van Moskovië in 1697 werd een spiegelgevecht gehouden op het IJ. De tsaar zelf is de man in het rood op het jacht links met de wit-blauw-rode Moskovitische vlag. Het spiegelgevecht was een spectaculair schijngevecht tussen twee eskaders oorlogsschepen. Casper Luyken (1672-1708) beschreef het spektakel dat zich op dit schilderij afspeelt als volgt: ‘De huizen der omleggende Waterlandsche Dorpen dreunden door het gestadig kanonneeren; daar zich de salvoos der Vrywilligers zo menigmaal al het Jagt, daar de Gezanten zich in bevonden, hen passeerde, onder lieten hooren. Het gansche Y, zover als het oog kon bereiken, was bedekt met allerhande soort van Vaartuigen, uit nieuwsgierigheid om een zo zeldzaam schouwspel te zien derwaarts gevloeid.’
Op het schilderij is de laatste fase van het gevecht te zien, de strijd tussen schepen onderling. Alhoewel de strijd dus geen echte strijd was, was er toch aanzienlijke schade. Die had echter niet met kanonskogels te maken, maar met dorstige kapiteins die iets te diep in het glaasje hadden gekeken. Als gevolg van de schade werd het geplande Admiraalzeilen afgelast. Peter de Grote bezocht Holland om de scheepsbouw te bestuderen. Hij was de week voorafgaand aan dit gevecht op een scheepswerf in Zaandam. Op de werf van de VOC zou hij later meewerken aan het naar hem vernoemde fregat Pieter en Paul. ( Tom van der Molen)
Catalogustekst
Het is 1 september 1797. Ter ere van het bezoek van een groot Moskovisch gezantschap heeft de stadsregering een spiegelgevecht op het IJ georganiseerd. Onder enorme belangstelling van het publiek, zowel op de wal als in talloze schuitjes, gaan twee eskaders schepen een schijngevecht met elkaar aan. Het opperbevel is in handen van vice-admiraal der Admiraliteit Gillis Schey (1644-1703), varend op het jacht van de VOC. Net als de vertegenwoordigers van het stadhuis is hij vandaag allesbehalve de belangrijkste man op het IJ. Dat is zonder twijfel de aanwezige Tsaar van Moscovië, Peter de Grote (1672-1725). De afgelopen week is hij incognito op een scheepswerf in Zaandam gesignaleerd, totdat het nieuws van zijn aanwezigheid uitlekte en zoveel nieuwsgierigen op de been bracht dat hij in een boeier naar Amsterdam vertrok. De aanwezigheid van de tsaar in het land is inmiddels ruimschoots bekend maar de burgemeesters respecteren Peters wens om geen voorkeursbehandeling te krijgen. Wat niet wegneemt dat de stad flink in de buidel heeft getast voor de officiële ontvangst van het gezantschap op 26 augustus, de daarop volgende bezichtigingen van de werven en de magazijnen der VOC en Admiraliteit en het feestmaal in het stadhuis op 29 augustus met aansluitend vuurwerk op de Binnen-Amstel. Tijdens het spiegelgevecht op het IJ heeft Peter zich voor het eerst als de tsaar en leider van het gezantschap uitgedost. Het is dan ook een evenement zonder weerga:
‘De huizen der omleggende Waterlandsche Dorpen dreunden door het gestadig kanonneeren; daar zich de salvoos der Vrywilligers zo menigmaal al het Jagt, daar de Gezanten zich in bevonden, hen passeerde, onder lieten hooren. Het gansche Y, zover als het oog kon bereiken, was bedekt met allerhande soort van Vaartuigen, uit nieuwsgierigheid om een zo zeldzaam schouwspel te zien derwaarts gevloeid: en ondertusschen, niettegenstaande deze ontelbaare menigte, waar uit men een verwarring te gemoet zou hebben gezien, geschiedde alles in zo goede order, en wierd de rang zo ordentelijk gehouden, dat ’er d’aanschouwers, waar mede de Jagthaven en de Dyk tot Schellingwou en Nieuwendam gepropt vol stonden, zich ’er niet genoeg over konden verwonderen. ’t Vallen van den avond eindigde het Gevecht en liet de Gezanten met een volkomen genoegen vertrekken.’
De historische gebeurtenis, die overigens op 21 september werd herhaald, is door Abraham Storck enkele malen geschilderd. Hij voorzag hiermee in een kennelijke vraag. Behalve op eigen waarneming zal hij zich hebben gebaseerd op andere ooggetuigenverslagen en geschreven bronnen zoals hierboven aangehaald. De slag begon als een gevecht in linies van de twee eskaders. De tsaar, die zich aanvankelijk samen met de burgemeesters en andere hoogwaardigheidsbekleders aan boord van Schey’s schip bevond, stapte gedurende het spektakel over op een kleiner boeierjacht, om zich sneller te kunnen verplaatsen en zo steeds de meeste actie mee te maken. Dit jacht is door Storck links afgebeeld, herkenbaar aan de wit-blauw-rode vlag met gekroonde dubbele adelaar. De man in de opvallende rode kleding zal de tsaar zijn.
In het midden liggen twee VOC-jachten, waarvan het meest nabije het schip van Schey is, behorende tot het eerste eskader. Achter het gaffelzeil wappert een rode vlag, ten teken dat de aanval bezig is. Het aan bakboordzijde geloste schot wordt beantwoord door het ernaast gelegen jacht, dat in tegengestelde richting vaart. Dit jacht voert de wimpel onder de driekleur met Amsterdamse VOC-logo en is daarmee herkenbaar als het admiraalsschip van het tweede eskader. De weergegeven situatie stemt goed overeen met de laatste fase van het spiegelgevecht, die van de onderlinge strijd tussen de schepen. Gelukkig heeft Storck de afloop niet in beeld gebracht. Vanwege de schade aan de vloot werd het geplande admiraalzeilen afgelast: ‘De tijdgenoten hebben niet verheeld dat de zeilkunst werd belemmerd omdat er aan boord véél bekers werden geledigd.’
Aan de werkelijke situatie, prachtig weer met een frisse bries, voegde Storck de wolken toe om zijn voorstelling aantrekkelijker te maken. Het effect van schaduwpartijen over het water en de schepen versterkt tegelijkertijd de dieptewerking. De steiger, de bootjes en de figuren op de voorgrond leiden de voorstelling in. De Montelbaanstoren en Oude Kerk op de achtergrond situeren het geheel in het IJ, onder de rook van Amsterdam. ( Norbert Middelkoop)
Catalogus AHM 1975/'79
Het afgebeelde tafereel speelde zich af tijdens het verblijf van Czaar Peter de Grote te Amsterdam. Zie over dit verblijf en voor de hier onder gebruikte literatuurafkortingen: cat.nr. 416. Op 25 t/m 29 augustus 1697 onthaalde het Arnsterdamse stadsbestuur het Russische gezantschap o.a. op een banket en een vuurwerk (zie cat.nr. 420). Op zondag 1 September arrangeerde men op het IJ een zeilpartij en een spiegelgevecht (een imitatie zeeslag). De eigenaars van jachten in Noord Holland was verzocht zich bij die van de Admiraliteit te voegen.
Alle jachten die geschut konden voeren, had men daarvan voorzien. Verder had men "torenschuiten" gehuurd; zo heetten de veerschepen op Zaandam, naar hun ligplaats aan de voet van de Haringpakkerstoren (B.V. 1923, blz. 48). Daarop hielden Compagnieeën vrijwilligers uit de Amsterdamse schutterij musketvuur gaande. Hat geheel werd geleid door vice admiraal Gilles Schey. Hat weer was zeer fraai en zowel op de wal als op hat water heerste grote drukte. De burgemeesters en de czaar en zijn gevolg zeilden op het grote jacht van de V.O.C. naar de botenmassa, die zich voor Schellingwoude had verzameld. Na ereschoten begon het spiegelgevecht, eerst in linies, vervolgens met een echte "worsteling der bootsgezellen met enteren, afslaan, veroveren, opbrengen, en wat dies meer zij." 38 kanonnen, op drie plaatsen op de wal opgesteld, zorgden voor extra tumult (B.V. 1923, blz. 50).
De czaar was zo enthousiast dat hij op een der kleinere, van geschut voorziene voertuigen overging om steeds daar heen te varen, waar het het heetst toeging. Er ontstond veel verwarring, waardoor men het plan na afloop admiraal te zeilen, moest opgeven (J. Sch. I, blz. 101 103; P. Sch., blz. 229 e.v.; B.V. 1923, blz. 48-50).
Een prent door Caspar Luyken (1672-1708) geeft in een bijschrift precieze gegevens. Het blijkt dat werd opgetreden in drie eskaders; in totaal had men 64 stukken geschut aan boord. De manoeuvres werden geleid door het "seynen en rangeering" van vlaggen op het schip van vice admiraal Schey (B.V. 1923, blz. 490 e.v.). Dat zal het grote schip zijn in het midden op cat.nr. 419 met op de vlag het monogram van de V.O.C. met erboven de A van de kamer Amsterdam. Een jacht links voert de vlag van de czaar met bekroonde tweekoppige adelaar: denkelijk de kleine boot waarop Peter is overgestapt. Al in 1814 signaleerde men op een van Storcks schilderijen van het spiegelgevecht een jacht "waar men zeer duidelijk op de hoogte van het roer ontdekt den Czaar zelven in Russische kleding" (Algemeene Konst en Letterbode 1814, nr. 28, blz. 43). Later is er, inzake dezelfde of andere versies, sprake van een "rijk" of "galacostuum" (B.V. 1923, blz. 48; J. van Beylen, Schepen van de Nederlanden .., Amsterdam 1970, blz. 203). Uit Russische bron blijkt dat Peter het uniform droeg van officier van zijn eigen Preobrazjenskie regiment (B.V. 1923, blz. 58; B.R., blz. 100, noot 1).
Een eveneens door Storck gemerkt schilderij van het spiegelgevecht met een meer uitgebreide voorgrond en andere details, bevindt zich in het Nederlands Historisch Scheepvaartmuseum te Amsterdam (B.V. 1923, blz. 42; J. van Beylen, op. cit., afb. XLIV; BOL, afb. 322). Een prent door G. Lambrechts, voorheen in de Atlas Wurfbain, cat. 1912, nr. 510, pl. 21 geeft vrijwel dezelfde voorstelling (in spiegelbeeld) als dat schilderij. Een bijschrift in het Latijn en het Russisch geeft toelichting (B.V. 1923, blz. 49). Heel anders opgezet is het spiegelgevecht afgebeeld op een schilderij van Storck in de verzameling James de Rothschild, Waddeson Manor, National Trust, foto Courtauld Institute, Londen, neg.nr. B 58/1363 (afdruk op RKD). Op een prent met het onderschrift "Watervermaak door order der Magistraat van Amsterdam ter eere van het Groot Moskovisch Gezantschap" lijkt het, meer dan op de schilderijen, alsof een echte zeeslag plaats vindt (F. Muller, Nederlandsche Historieplaten .., nr. 2986; exemplaar in Atlas Van Stolk, Rotterdam, nr. 2965). ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
In augustus 1697 kwam een Russisch gezantschap in Nederland aan om steun te verwerven voor de strijd tegen de Turken. De tsaar, Peter de Grote, was incognito met het gezelschap meegereisd. Ter ere van het gezantschap werd een imitatie-zeeslag georganiseerd op het IJ bij Schellingwoude. In gezelschap van Amsterdamse burgemeesters en andere hoge heren bekeek Peter de Grote dit schijngevecht vanaf het grote jacht van de VOC, dat links op het schilderij is afgebeeld. De tsaar is aan zijn rode jas te herkennen. Vanaf 30 augustus huisde Peter de Grote in het huis van de equipagemeester van de VOC op Oostenburg. Met een tiental Russische ‘vrijwilligers’ werkte hij vier maanden op de werf van de VOC aan een fregat van 278 ton, waarvan op 9 september de kiel werd gelegd. Het fregat Peter en Paul werd na het vertrek van de tsaar afgebouwd en vertrok op 24 oktober 1698 voor zijn eerste reis naar Batavia. ( Lodewijk Wagenaar)
Tentoonstellingstekst
In 1697 bezocht czaar Peter de Grote Amsterdam. Op zondag 1 september werden grote festiviteiten gehouden, waarvan een schrijn- of spiegelgevecht op het IJ het hoogtepunt vormde. Storck heeft de czaar met rode jas in het jacht lionks afgebeeld. Het scheepje voert de Russische vlag.
Tentoonstellingstekst
Tijdens het verblijf van Tsaar Peter de Grote in Amsterdam werd op 1 september 1697, als deel van een uitgebreid feestprogramma ter ere van het Russische gezantschap, een spiegelgevecht op het IJ gehouden. De tsaar, herkenbaar aan zijn rode jas, bevindt zich op het jacht links, dat zijn vlag voert: een bekroonde tweekoppige adelaar. Storck heeft dit evenement vele malen in beeld gebracht.
Abraham Storck was de meest begaafde van de Amsterdamse schildersfamilie van die naam. Hij schilderde zeeslagen en fantasiehavengezichten, maar vooral het levendige schouwspel van grote en kleine schepen op Amstel, Vecht en IJ.
Tentoonstellingstekst
Van 25 augustus 1697 tot half januari van het volgend jaar verbleef Czaar Peter de Grote van Rusland in Amsterdam. Hij maakte deel uit van een omvangrijk gezelschap van ruim tweehonderd personen. De ontvangst van het gezelschap ging gepaard met allerlei festiviteiten, waaronder een zeilpartij en een spiegelgevecht (een imitatie-zeeslag) op het IJ. De gebeurtenissen zijn ook meermalen afgebeeld op prenten.