verz. Miss V.I. Garrett, Hoole Roas, Chester (zie corr. RKD juli 1960); verz. Dr. Mr. Pallenberg, Bad-Harzbürg (zie corr. RKD 1968); tent. De kunst van het moederschap, Haarlem, Frans Hals Museum, 1981
Nicolaas van der Waaij was gefascineerd door tijdloze de uitstraling van de Amsterdamse burgerweesmeisjes. Hij maakte een serie schilderijen en tekeningen van modellen, gekleed in het rood-zwarte kostuum van de burgerwezen. Zijn werk roept een sprookjesachtig beeld op, dat waarschijnlijk niets met de harde werkelijkheid in het weeshuis van doen had. Op dit schilderij is de zondagse kerkgang afgebeeld. Iedere zondag liepen de jongens en meisjes in een lange stoet van het Burgerweeshuis naar de Westerkerk aan de Prinsengracht of naar de Nieuwe Kerk op de Dam. Onderweg ontmoetten zij dan de in blauw-zwart geklede wezen van het weeshuis van de Hervormde Diaconie. De weeskinderen hadden hun eigen plaats in de kerk.
In het Amsterdamse Burgerweeshuis konden kinderen van Amsterdamse poorters (burgers met rechten om in de stad te wonen) terecht, die geen ouders of een moeilijke thuissituatie hadden. Kunstschilder Nicolaas van der Waay (1855-1936) had de Burgerweesmeisjes vaker door de stad zien lopen en een grote fascinatie opgevat voor de meisjes in de traditionele rood-zwarte uniformen. Van de regenten van het Burgerweeshuis kreeg hij echter geen toestemming om in het gebouw te schilderen. Wel kreeg hij van hen een meisjeskostuum geschonken, dat hem in staat stelde in zijn atelier en op verschillende locaties in de stad situaties met modellen in scène te zetten. Zijn schilderijen en tekeningen zijn daarom meer op te vatten als voorstellingen uit zijn fantasie, dan weergaves van hoe het leven in het weeshuis er daadwerkelijk aan toeging. ( Sarah Remmerts de Vries)