signatuur/datering rechtsonder: L:BAKH: / out 72 jaar a° 1702
etiket achterzijde: Ludolf Bakhuizen / konstschilder / met zijn vrouw en de / Familie van de Hooge / aant Ey
: het etiket bevindt zich op het nieuwe spieraam
etiket achterzijde: N° 19 / De famille Bakhuizen / en de Hooghe, aan het Y.
: het etiket bevindt zich op het nieuwe spieraam
bruikleen 1947-11-19
inv.nr. SB 1166 in depot
Gezicht op het IJ. Op de achtergrond een deel van de stad Amsterdam, met in het water daarvoor talrijke schepen. Links, op het tweede plan, een zeeschip onder zeil. De voorstelling wordt beheerst door een groep personen op de voorgrond, die om een tafel zijn geschaard. Eén der dames staat, een glas in de hand. Een kleine jongen doet een hondje opzitten.
Herkomst
Legaat mejuffrouw M.E. van den Brink, Velp, 1905; bruikleen van Rijksmuseum, 1947
Rondom een gedekte tafel is een aantal mensen gegroepeerd. Blijkens een oud opschrift op de achterkant van het schilderij, zijn het familieleden van Bakhuysen en zijn derde vrouw, Anna de Hooghe.
Gezien de situering ten opzichte van het IJ en het profiel van Amsterdam, lijkt het niet waarschijnlijk dat het hier een natuurgetrouwe voorstelling betreft. Evenmin lijkt het waarschijnlijk dat Bakhuysen, die toen 72 jaar oud was (zie de signatuur rechtsonder) zichzelf bij de groep heeft afgebeeld, aangezien de manlijke personen allen veel jonger lijken.
Tentoonstellingstekst
Ter hoogte van de Droogbak lag in het IJ de Mosselsteiger. Hieraan meerden de mosselschuiten en de vaartuigen die vee van 'over het IJ' aanvoerden. Volgens een vermelding aan de achterzijde van dit schilderij zouden de afgebeelden leden zijn van de families Bakhuysen en De Hooghe. De schilder Ludolf Bakhuysen (72 jaar oud toen hij dit schilderij maakte) trouwde in 1680 met zijn vierde vrouw Anna de Hooghe, een nicht van de kunstenaar Romijn de Hooghe.
Welke leden van beide families zijn geportretteerd is niet duidelijk.
Tentoonstellingstekst
In het profiel van Amsterdam herkent men de toren van de Oude Kerk, het stadhuis, de Nieuwe Kerk en de ronde Lutherse Kerk. Vanaf het tolhuis aan de overkant van het IJ kon men een dergelijk uitzicht genieten. Of het gezelschap daar ook werkelijk de maaltijd heeft genuttigd is onzeker; misschien heeft Bakhuizen het uitzicht op de stad alleen maar als stoffering voor zijn groepsportret gebruikt. Volgens overlevering heeft Bakhuizen op dit schilderij zichzelf en enige familieleden geportretteerd. De staande man zou dan een zelfportret zijn, in het midden zou de echtgenote van de zeeschilder, Anna de Hooghe, zijn afgebeeld.