Kopie, traditioneel toegeschreven aan J. van Huchtenburg, naar het gemerkte origineel in het Rijksmuseum (cat. 1976, nr. C 194). ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
In het rampjaar (1672) werd de Republiek bijna geheel onder de voet gelopen door Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen. Ondanks tegenstand van Johan de Witt en de Staten van Holland werd Willem III in dat jaar tot stadhouder uitgeroepen. Amsterdam had zijn benoeming van harte gesteund.
De stadhouder voerde een buitenlandse politiek die hem al spoedig met Amsterdam in conflict bracht. In 1676 sloten de burgemeesters zich tegen Willem III aaneen.
Eén der weinige keren dat Amsterdam de stadhouder nog steunde was in 1688 toe Willem III de oversteek naar Engeland waagde om daar de koningskroon te verwerven. De stadhouder was weg, de regenten kregen vrij spel.
Tentoonstellingstekst
Willem was de zoon van stadhouder Willem II (overleden 1650) en Mary Stuart. In 1672 liepen Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen de Republiek bijna geheel onder de voet. Willem III werd toen uitgeroepen tot opperbevelhebber van het leger en tot stadhouder.
Amsterdam steunde hem in deze oorlog. Toen het ergste gevaar was bezworen, voerde hij een politiek gericht op een Europees verbond tegen Frankrijk. Dit bracht hem in conflict met Amsterdam, dat gebukt onder de oorlogslasten, vrede wenste. Deze kwam in 1678 tot stand. De stad steunde Willem wel toen hij in 1688 overstak naar Engeland. Hij verjoeg daar de katholieke koning Jacobus II, wiens dochter hij had gehuwd. Willem III werd koning van Groot-Brittannië en Ierland en bleef stadhouder.