waarborgteken zuil: A: Minervakop met letter A
: Minervakop met A= keurkamer Amsterdam
gehalteteken onderzijde voet (KA 17674)/voet: 1: leeuw eerste gehalte
jaarletter vetvanger (KA 17675): N: jaarletter N
: jaarletter N=1822
jaarletter vetvanger (KA 17674): K: jaarletter K
: jaarletter K=1844
meesterteken? zuil (KA 17675): DBL: meesterteken met letters D L B boven ster in ruit
: bron: Verantwoordelijkheidstekens 1999, nr. 63379; De Lorm 2001, p. 488,489/meesterteken DBL= Diederik Lodewijk Bennewitz (ca. 1763 [1785] -1826)
meesterteken? onderzijde voet (KA 17674): S&G: meesterteken met letters S & G onder schaal in vierkant
: bron: De Lorm 2001, p.534; Verantwoordelijkheidstekens 1999, nr. 68788;/meesterteken S&G= Wed. Jacob Hendrik Stellingwerff en Abraham Bernard van Grasstek [1837-1850]
inv.nr. KA 17674, KA 17675
Twee kandelaars, elk met vierkante, concave voet met afgeronde hoeken en ingezwenkte zijden. Stam in de vorm van een zuil, de basis met vierkante kraag met afgeronde hoeken. Verticaal geribde randen langs basis en bovenzijde zuil. Kaarsenhouder in de vorm van gecanneleerd kapiteel, met losse schotelvormige vetvanger met kabelrand.
Herkomst
Veiling Christie's, Amsterdam, 27-5-1982, nr. 113
Trefwoorden
23694
Catalogus zilver AHM 2003
De kandelaars zullen hebben behoord tot een stel waarbij later in de werkplaats van Stellingwerff & Van Grasstek exemplaren zijn bijgemaakt. Van deze firma is een reeks van acht verwante kandelaars uit 1844/1845 bekend (Sotheby's 1988, p. 17 nr. 113). Deze verschillen alleen in de vorm van de kaarsenhouders. De beide kandelaars in het museum hebben kapiteelvormige houders; de acht exemplaren in de kunsthandel zijn uitgevoerd met houders in de vorm van een gelobde vaas.