Han Bentz van den Berg
acteur, regisseur, toneelleider
Blaricum, 12 oktober 1917 – Drachten, 3 juli 1976
In 1938 deed Han Bentz van den Berg eindexamen aan de toneelschool van Amsterdam. Na de oorlog werd hij van grote betekenis voor het Nederlandse toneel. Zijn bloeitijd beleefde hij bij de Nederlandse Comedie, het gezelschap dat hij in 1950 samen met Guus Oster en Johan de Meester oprichtte en waaraan hij twintig jaar als acteur, regisseur en mede-directeur verbonden bleef. Bentz van den Bergs toneelloopbaan kende twee onderbrekingen. De eerste was in de oorlogsjaren, toen hij weigerde lid te worden van de Kultuurkamer en het theater opgaf. Hij kreeg werk bij de uitgeverij van zijn zwager, de broer van zijn toenmalige vrouw Mieke van Oorschot. De tweede breuk met het toneel had voor hem persoonlijk meer dramatische consequenties. Deze was het gevolg van de verwarring ten tijde van de Actie Tomaat, die zich in de jaren zeventig richtte tegen het gevestigde toneel. De gebeurtenissen hadden een deprimerende uitwerking op zijn persoon en werkzaamheden. Na een seizoen inactief te zijn gewest engageerde Peter Oosthoek hem voor Toneelgroep Centrum, waar hij tot 1975 deel van uitmaakte. Han Bentz van den Berg was een introverte persoonlijkheid, die met zijn omgeving communiceerde via het toneel. Hij was altijd opzoek naar de essentie van zijn rol. Hij wilde het personage ontmaskeren, de waarheid vinden was voor hem veel belangrijker dan het zoeken naar een uiterlijke verschijningsvorm. “ Hij was sober en stijlvol. Ook in zijn werk. Hij schmierde bijvoorbeeld nooit, dat verafschuwde hij. Het uitbuiten van applaus, wat andere acteurs kunnen, dat vond-ie onzin. Carrière was een flauwekul woord. Han was een voorbeeld voor hoe een toneelkunstenaar met zijn kunst moet omgaan. Hij was vormbepalend voor zijn daden”, meende acteur en regisseur Han Rigters. Bentz van den Berg schitterde in grote rollen als George in Wie is er bang voor Virginia Woolf? Van Edward Albee, Richard II in Shakespeare’s gelijknamige stuk en Galileï in Brechts Het leven van Galileï. Ook de solovoorstelling Onder het Melkwoud van Dylan Thomas bracht veel succes. Als regisseur zocht hij naar een dichterlijke, gestileerde vorm, zonder tekort te doen aan het realiteitsgehalte van deze stukken. Bentz van den Berg werd bedolven onder de onderscheidingen. In 1956, 1958 en 1964 kreeg hij de Louis d’Or en hij werd tot viermaal toe uitgeroepen tot Acteur van het jaar. ( Liesbeth van Stekelenburg)