inv.nr. SA 56435 te zien in Amsterdam Museum aan de Amstel
Origin
Waarschijnlijk vlg. Parijs 17 april 1811, nr. 94; Parijs, Mlle. Catherine Thévenin; haar veiling Parijs, 20 december 1819, nr. 2; M. de Guignes, Parijs; diens veiling Parijs (Bonnefons), 17 januari 1749, nr. 49; Charles Auguste, Duc de Morny (1811-1865); zijn veiling Parijs (Drouot), 24 mei 1853, nr. 24; vermoedelijk Herman de Kat, Dordrecht; zijn veiling Parijs (Drouot), 2-3 mei 1866, nr. 71; Henri Louis Bisschoffsheim, Bute House, Londen; vererving; vlg. Londen (Christie's), 7 mei 1926, nr. 29; Mensing; verzameling A.F. Philips, Eindhoven, vanaf 1928; veiling Londen (Sotheby's), 6 december 2006; kunsthandel Noortman Master Paintings, Maastricht; verworven ter gelegenheid van het afscheid van Pauline Kruseman, directeur Amsterdams Historisch Museum / Museum Willet-Holthuysen (1991 t/m 2008), met financiële steun van: Gemeente Amsterdam, Vereniging Rembrandt (met steun van Prins Bernhard Cultuurfonds), Jaffé-Pierson Stichting, Mondriaan Stichting, VSB Fonds, SNS Reaal Fonds, Genootschap Amsterdams Historisch Museum, K.F. Hein Fonds en enkele particuliere schenkers.
Ruisdael heeft dit uitzicht op de stad waarschijnlijk eerst geschetst vanuit een torentje langs de Amstel. Het schilderij is een uitzonderlijke combinatie van stadsgezicht en landschap. We zien de rand van de stad, daar waar het landschap overgaat in een industriegebied. De vier molens links liggen aan de Zaagmolensloot, tegenwoordig de Albert Cuypstraat. Hier werden boomstammen verzaagd tot planken en balken, voornamelijk bestemd voor de scheepsbouw.
Verworven ter gelegenheid van het afscheid van Pauline Kruseman, directeur Amsterdams Historisch Museum / Museum Willet-Holthuysen (1991 t/m 2008), met financiële steun van: Gemeente Amsterdam, Vereniging Rembrandt (met steun van Prins Bernhard Cultuurfonds), Jaffé-Pierson Stichting, Mondriaan Stichting, VSB Fonds, SNS Reaal Fonds, Genootschap Amsterdams Historisch Museum, K.F. Hein Fonds en enkele particuliere schenkers .
Exhibition text
Ruisdael schilderde dit stadsgezicht na de stadsuitleg van 1662. Het schilderij toont de rand van de stad, daar waar het landschap overgaat in een industriegebied. Links zijn vier industriemolens te zien die aan de Zaagmolensloot stonden (tegenwoordig de Albert Cuypstraat). En ja de naam zegt het al, hier werden boomstammen verzaagd tot planken en balken. Dit hout was voornamelijk bestemd voor de scheepsbouw. Om de concurrentie met de zaagmolens in de Zaanstreek aan te gaan stelde de Amsterdamse burgermeesters in 1638 langs deze sloot zestien erven gratis beschikbaar, mits er werkende zaagmolens op stonden. In 1892 moest de laatste molen aan de Zaagmolensloot plaats maken voor woningbouw. ( Norbert Middelkoop)
Exhibition text
De uitbreidingen vanaf 1662 gaven Amsterdam de zo kenmerkende halvemaanvorm. Ruisdael schetste zijn uitzicht op de stad vanuit een torentje langs de Amstel. In het schilderij voegde hij het effect van een halfbewolkte dag toe. De subtiele manipulaties, de contrastrijke belichting en de dramatische wolkenlucht maken dit Gezicht op Amsterdam tot een uitzonderlijke combinatie van stadsgezicht en landschap. ( Norbert Middelkoop)
Dit indrukwekkende gezicht op Amsterdam is rond 1680 geschilderd. De stad was in de jaren er voor een stuk groter geworden door de voltooiing van de halvemaanvormige grachtengordel.
Ruisdael laat Amsterdam vanuit het zuiden zien, onder een voor hem kenmerkende dramatische wolkenlucht. Dit zorgt er voor dat delen van de stad in het licht liggen en andere weer in de schaduw. Ruisdael vat hiermee de stad op zoals hij landschappen schilderde, als een stuk land onder de invloed van de natuur.
Over het water van de Amstel wordt onze blik naar de brug bij de Hoge Sluis geleid, ter hoogte van het huidige Amstel Hotel. De Zuiderkerk en de Oude Kerk torenen er prominent bovenuit. Rechts van de brug is een van de nieuwe bolwerken te zien, met daarop een standerdmolen. De Weesperpoort markeert een van de toegangswegen tot de stad. Verder naar rechts bevindt zich de Oosterkerk. Nog verder naar het noorden is de glinstering van het Buiten-IJ te zien.
Links van het midden is het Stadhuis op de Dam zichtbaar en verderop de hoge Westerkerkstoren. De stadspoort links is de Utrechtse Poort. Het verloop van de stadswal is te volgen aan de hand van de standerdmolens. Op het middenplan links zijn vier industriemolens te zien aan de Zaagmolensloot. ( Tom van der Molen)
Exhibition text
Jacob van Ruisdaels Gezicht op Amsterdam laat de stad zien na de vergrotingen vanaf 1662. Deze gaven Amsterdam de zo kenmerkende halvemaanvorm. Ruisdael zal zijn uitzicht hebben vastgelegd vanuit het torentje van de Pauwentuin, een uitspanning ter hoogte van de huidige Ceintuurbaan.
Over het water van de Amstel wordt onze blik geleid naar de brug bij de Hogesluis, ter hoogte van het huidige Amstel Hotel. De Zuiderkerk en de Oude Kerk torenen er prominent bovenuit. Rechts van de brug is een van de nieuwe bolwerken te zien, met daarop een standerdmolen. De Weesperpoort markeert een van de toegangswegen tot de stad. Verder naar rechts bevindt zich de Oosterkerk. Links van het midden is het Stadhuis op de Dam zichtbaar en verderop de hoge Westerkerkstoren. De stadspoort links is de Utrechtse poort. Op het middenplan links zijn vier industriemolens te zien aan de Zaagmolensloot. Tegenwoordig bevinden zich daar de Hemonylaan en de Albert Cuypstraat.
Op het schilderij voegde de schilder het effect van een halfbewolkte dag toe. De in de schaduw gehulde muren en bolwerken functioneren als een natuurlijke overgang tussen stad en land. Het weiland linksvoor wordt door de zon wordt beschenen en binnen de muren scheert het zonlicht over de daken van de stad. Ruisdael veroorloofde zich enkele topografische vrijheden, waarmee hij zijn stadsgezicht aanzienlijk kon verbeteren. De subtiele manipulaties, de contrastrijke belichting en de dramatische wolkenlucht maken dit Gezicht op Amsterdam tot een uitzonderlijke combinatie van stadsgezicht en landschap. ( Norbert Middelkoop)
Amsterdam Museum. Verworven met steun van de Vereniging Rembrandt ter gelegenheid van het afscheid van Pauline Kruseman 2008.