Vrouw zittend ten voeten uit voor een balustrade en gordijn. Op de balustrade zit een papegaai. Op de achtergrond een fontein met Venus en Cupido gezeten op dolfijnen en een beeld van twee vechtende mannen
Herkomst
Verzameling Christina Catharina Kemper-de Vries, Leiden, waarschijnlijk ná 1824; van Christina Catharina Kemper-de Vries, samen met pendant nr. 49, gekocht door Adriaan van der Hoop door bemiddeling van haar broer, kunsthandelaar Jeronimo de Vries, 1833; legaat aan de Stad Amsterdam, 1854; Museum Van der Hoop, 1854-1885; bruikleen aan Rijksmuseum, 1885
Caspar Netscher was werkzaam in Den Haag, waar het stadhouderlijk hof tot zijn clientèle behoorde. Hij had zijn enorme populariteit te danken aan het verfijnde penseel waarmee hij zijn opdrachtgevers portretteerde in elegante poses. De portretten ‘ten voeten uit’ van stadhouder-koning Willem III (1650-1702) en Maria Stuart (1662-1695) zijn typerend voor Netschers productie.
Adriaan van der Hoop werd de eigenaar van de twee schilderijen bij de verwerving in 1833 van de collectie van de weduwe Christina Kemper-de Vries. Door bemiddeling van haar broer Jeronimo de Vries kon Van der Hoop de verzameling van zeventien schilderijen voor 7600 gulden overnemen, waarbij de twee vorstelijke portretten samen op 200 gulden waren getaxeerd. ( Norbert Middelkoop)