opschrift: BWH 9 ( 84 door gekrast ) tweede doorkrassing niet te lezen.
meesterteken binnenzijde midden: L: L ? onder ster in vierkant
: nog niet geïdentifiseerd
gehalteteken binnenzijde oorijzer: 2: lopende leeuw
stadskeur: A: Mercurius
: Kantoorteken van Amsterdam.
jaarletter binnenzijde oorijzer: X
: jaarletter X=1857
bruikleen 1989
inv.nr. KB 2328.3 in depot
Rond staand- en hol gesmede platte band van dun zilver, beide uiteinden met aangeklomken ornament met een drakenkop.
In het Amsterdamse Burgerweeshuis konden kinderen van Amsterdamse poorters (burgers met rechten om in de stad te wonen) terecht, die geen ouders of een moeilijke thuissituatie hadden. De Burgerwezen waren traditioneel gekleed in een zwart-rood uniform, dat voor jongens onder meer uit een broek, tweekleurig vest en pet en voor meisjes uit een kapje, tweekleurige jurk en witte onderkleding bestond. De kapjes werd om het hoofd vastgezet met deze zilveren oorijzers en bijbehorende pinnen. Het wezenuniform had een tweeledig doel: niet alleen zagen alle kinderen er ongeacht hun achtergrond allemaal hetzelfde uit, ook waren de Burgerwezen zo op straat gemakkelijk te herkennen. Weglopers konden zo eenvoudig gespot worden. In 1919 kwam er een einde aan het verplichte uniform. ( Sarah Remmerts de Vries)
Exhibition text
In het gebouw van het Amsterdams Historisch Museum was van 1579 tot 1960 het Burgerweeshuis gevestigd. De zaal, waarin u nu staat, was in die tijd ‘grote meisjes eetzaal’. Deze oorijzers zijn gebruikt door weesmeisjes uit dit Burgerweeshuis. De kapjes die zij op het hoofd droegen, werden door deze oorijzers op hun plaats gehouden.
Oorijzers maakten deel uit van het traditionele zwart-rode uniform van een wees in het Burgerweeshuis. “Wij hadden prachtige uniformen” vertelde de oud-burgerwees Cornelia Bolderhey in 1975 aan een journalist. “Half rood, half zwart, met witte omslagdoeken en mutsen. Daar liepen we mee in huis, maar ook op school en in de stad. Ik heb nooit gemerkt dat mensen op je neerkeken als wees – we hebben ons dan ook rotgelachen toen dokter Sajet in de gemeenteraad de afschaffing van het uniform ging bepleiten.”
Uiteindelijk werden uniformen en oorijzers in 1919 definitief afgeschaft. ( Jacqueline Grandjean)
Amsterdam Museum, bruikleen van Stichting Het Burgerweeshuis - Rooms Catholiek Jongens Weeshuis