opschrift rechterhoek binnenzijde: 5 B.W.H.: 5 BWH
stadskeur rechterhoek binnenzijde: C: mercuriuskop
: stadskeur C of G Jm in rechthoek, mogelijk vervaardigd in Den Haag of Zwolle, Cof G in helm van Mercurius.
gehalteteken binnenzijde midden: 2: Lopende leeuw naar rechts boven 2 in zeshoek
jaarletter binnenzijde rechts: L
: Gotische L van 1895
meesterteken binnenzijde midden: JM: JM in vierkant
: nog niet gevonden
bruikleen 1989
inv.nr. KB 2328.6 in depot
Rond staand- en hol gesmede platte band van dun zilver, beide uiteinden met aangeklomken ornament met een drakenkop.
In het Amsterdamse Burgerweeshuis konden kinderen van Amsterdamse poorters (burgers met rechten om in de stad te wonen) terecht, die geen ouders of een moeilijke thuissituatie hadden. De Burgerwezen waren traditioneel gekleed in een zwart-rood uniform, dat voor jongens onder meer uit een broek, tweekleurig vest en pet en voor meisjes uit een kapje, tweekleurige jurk en witte onderkleding bestond. De kapjes werd om het hoofd vastgezet met deze zilveren oorijzers en bijbehorende pinnen. Het wezenuniform had een tweeledig doel: niet alleen zagen alle kinderen er ongeacht hun achtergrond allemaal hetzelfde uit, ook waren de Burgerwezen zo op straat gemakkelijk te herkennen. Weglopers konden zo eenvoudig gespot worden. In 1919 kwam er een einde aan het verplichte uniform. ( Sarah Remmerts de Vries)
Amsterdam Museum, bruikleen van Stichting Het Burgerweeshuis - Rooms Catholiek Jongens Weeshuis