Iris Kensmil heeft drie portretten gemaakt van mensen uit de 18de eeuw die tegen de koloniale onderdrukking in een eigen positie en toekomst opbouwden. Elisabeth Samson verwierf een groot vermogen en sloot als eerste vrije zwarte vrouw een erkend huwelijk met een witte man. Wilhelmina Kelderman was een tot slaaf gemaakte die zichzelf en uiteindelijk ook haar zoon vrijkocht. Fabi Labi Dikan was granman (stamhoofd) van marrons (gevluchte slaven), die als eerste een verdrag van erkenning sloot met de Nederlanders.
De portretten zijn gemaakt naar aanleiding van de Gouden Eeuw-tentoonstelling en de herdenking van de wettelijke afschaffing van de slavernij in ‘de West’, dit jaar 150 jaar geleden. Het Amsterdam Museum werkt samen met CBK Zuidoost. Daar was van 21 juni t/m 31 augustus 2013 de tentoonstelling 'Gedeelde erfenis, slavernijverleden in de kunst' te zien. ( Annemarie de Wildt)
Iris Kensmil schildert in dit drieluik drie 18de-eeuwse mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Surinaamse geschiedenis. Hun portretten zijn nooit eerder vastgelegd en hun verhalen zijn evenmin opgenomen in de officiële geschiedenisboeken. Van links naar rechts zien we Elisabeth Samson, Wilhelmina van Kelderman en Fabi Labi Dikan. Met dit werk herdenkt Kensmil hun strijd voor gelijke rechten in Suriname. Ze geeft hen een gezicht. ( Anneke van de Kieft)