Eind negentiende, begin twintigste eeuw volgden veel meisjes handwerkonderwijs. Hier leerden ze op kleine lapjes haken, stoppen, borduren, mazen, verstellen en sierranden aanbrengen. Alle lappen werden vervolgens tot één lange lap aan elkaar gemaakt: Een pronkrol of ‘Souvenir de ma Jeunesse’. Pronkrollen konden wel twaalf meter lang worden. Het was niet ongewoon dat meisjes er enkele jaren aan werkten. Uitgerold was voor iedereen zichtbaar wat voor handwerkvaardigheden het meisje in huis had. Zo diende een pronkrol als bewijs van haar bekwaamheid. Deze pronkrol is gemaakt door Christina Finke (1885-1962) aan de Sint-Joannesschool in Amsterdam-Zuid. De kleuren en vormen die ze gebruikt heeft, zijn typerend voor de periode van de Nieuwe Kunst. ( Sarah Remmerts de Vries)