meesterteken? sluitrand doos: CH: meesterteken met letters C H in rechthoek
: Cornelis van Hoek
: bron: Voet 1912, nr 692; Citroen 1975, nr 137 : CH = Cornelis van Hoek (1753 [1786]- 1813)
stadskeur sluitrand doos: kleine stadskeur Amsterdam
: stadswapen
jaarletter sluitrand doos: Y
: jaarletter Y = 1807
belastingteken zijkant deksel: bijltje
: bijltje staat voor periode 1853-1927
inscriptie binnenrand deksel/binnenrand doos: I/: cijfer I
legaat 1890-03-12
inv.nr. KA 3782 in depot
Koffervormige doos met scharnierend deksel. Profielrand langs onderrand doos en deksel. Reliëfdecors op een geruwde ondergrond, de voorstellingen op deksel en bodem tussen C-voluten en bloemen. Op deksel een voorstelling van de doop van de kamerling door de apostel Filippus (Handelingen 8:26-40). Wanden met medaillons en ovale lauwerkransen, alternerend met verticale stijlen. Op bodem een paar bij een altaar, een allegorie op het huwelijk verbeeldend. Op binnenrand deksel en binnenrand doos is het Romeinse cijfer: I/ gegrift.
Herkomst
Sophia Augusta Stichting, Amsterdam, herkomst en jaar van verwerving onbekend
Van Cornelis van Hoek zijn verschillende loddereindoosjes in de vorm van een koffertje bekend. Ze variëren in grootte en komen zowel met bovenwaarts als zijwaarts scharnierende deksels voor. Het Amsterdams Historisch Museum bezit nog twee doosjes met identieke stampwerkdecors van zijn hand (cat.nr. KA 3921, KA 3922). Na het overlijden van Cornelis van Hoek in 1813 nam zijn zoon Johannes de zilversmidsnering van zijn vader over, inclusief dit model loddereindoosje. Doosjes van vader en zoon Van Hoek bevinden zich in verschillende particuliere verzamelingen in Nederland (Wttewaall 1994~2, p. 79 afb. 176 midden en rechts; Klomp 1992, p. 53-54).
Zie over dit type loddereindoosje: Wttewaall 1994~2, p. 76-77. Zie het commentaar bij cat.nr. KA 3913. ( Bert Vreeken)