Bouilloire met scharnierend deksel en komfoor met brander. Komfoor met geprofileerd voetstuk en vier afgeplat bolvormige pootjes. Op voetstuk vier gebroken S-voluten met gewelfde steunring voor ketel. Losse brander met ring, cilinder en vier bolvormige pootjes. Ketel met ingesnoerde gewelfde voet, meloenvormig lichaam, S-vormige tuit en scharnierend deksel met bloemtakje als knop. Scharnierend hengsel met rozetvormige aanzetten en S-voluten waartussen ivoren greep, gesneden met bloem-en bladmotieven. Voet ketel door scharnier en sluitpen met ivoren knop aan ring verbonden. Sluitpen achterzijde ontbreekt.
Herkomst
Legaat J.W.E. vom Rath, Amsterdam, 1940
Trefwoorden
,
195154
Catalogus zilver AHM 2003
Te oordelen naar de stijl zou deze bouilloire vijfentwintig jaar eerder kunnen zijn ontstaan. Uit het midden van de negentiende eeuw zijn enkele overwegend glad uitgevoerde theeserviezen bekend die een soortgelijke meloenvorm bezitten als de ketel uit 1872 (cat.nr. KB 1322). Mogelijk heeft De Haas de bouilloire en het komfoor als aanvulling bij een dergelijk theeserviesje gemaakt.
Waarschijnlijk is de oorspronkelijke brander kort na 1872 door J.D. Arnoldi vervangen. Zie: Inleiding Vreeken, p. X.