Dit kleine zwarte knijptasje of beursje is afkomstig uit de familie van Margaretha Kruijswijk-Schröder, die getrouwd was met Jan Kruijswijk, de oudste zoon van Amsterdamse Schoolarchitect Cornelis Kruijswijk (1884-1935). Cornelis Kruijswijk bouwde een groot aantal woonblokken in de uitbreidingswijken van Amsterdam-West, onder meer in de Mercatorstraat, en leverde een bijdrage aan Berlages Plan Zuid met de bebouwing rond het Victorieplein. Hij staat echter vooral bekend om zijn vele kerken en scholen op protestants-christelijke grondslag. Met zijn vrouw Jantien, een deftige dame die hield van mooie kleding, kreeg hij zes kinderen. Dit tasje kent een motief van rozen geborduurd op de voor- en zijkant, dat terugkomt in een bijbehorend rond gouden spiegeltje en een bijbehorende broche. Tot slot bevindt zich ook nog een tweede, langwerpig spiegeltje bij de set, hoewel met een ander motief en een jonger uiterlijk. Alle drie de attributen passen gezamenlijk in het knijptasje, waar ze zich eveneens bevonden toen het Amsterdam Museum het tasje aangeboden kreeg. ( Sarah Remmerts de Vries)