opschrift regel 1 en 2: alfabet, identiek, vijf gotische g's en vijf opwaarts gerichte pijlen
opschrift regel 3 t/m 8: zes identieke alfabetten, kapitalen, aangevuld met initialen
regel 3: ATWPAEMA
Antje Troost, Opper-Linnen-Naaimatres
Willemina Pass, Onder-Linnen-Naaimatres
Anna Elisabeth Mulder, Braay-Matres
regel 4: MHAMHIVLI
Maria Hooijer, Onder-Braay-Matres
Jacobus van Leersum, schoolmeester 'der grooten weesmeiden
mogelijk Johanna, borduurster
regel 5: ESKSGDSELI
Elisabet Sikking, zus van borduurster
Catharina Elisabeth Sikking, halfzus van borduurster
Gerrit Sikking, broer van borduurster
Daniël Sikking, broer van borduurster
regel 6: SSBZSMVEHK'
Sara Sonberg (?), Onder-Braay-Matres
Zacharias Sneeder, onderwijzer
Maria van Egten (?), regentes
regel 7: PTHHVKDDGI
onbekend
Johanna (?), borduurster
regel 8: EVWEARMP
Alida Elisabeth Reekers, 'klasgenoot' en vriendin
Elisabeth van Weijen, vriendin
opschrift regel 9: EVERTSIKKINGHEYLTIEMYNDERSVANLEEIHSSGV: Evert Sikking, vader van borduurster
Heyltie Mynders van Lee, moeder van borduurster
Johanna Hendrika Sikking, halfzus van borduurster
opschrift regel 10: IOHANNASIKKINGOUT15IAARANNO1799PHWESU: naam en leeftijd boduurter, jaar voltooiing doek
: combinatie en betekenis initialen onbekend
opschrift regel 11: ATWPAEMMHIVLAMHZSI: Antje Troost
Willemina Pass
Anna Elisabeth Mulder
Maria Hooijer
Jacobus van Leersum
Zacharias Sneeder
Johanna
: herhaling initialen regel 3 en 4, plus regel 6, Zacharias Sneeder
opschrift regel 12: ELISABETHSIKKINGPHWELP: zus van borduurster, samenstelling en betekenis van de initialen is onbekend
opschrift regel 13, onder de kronen: AT / WP / AEM / MH / SSB / ZS / M: AT: Antje Roos
: WP: Wilhelmina
AEM Anna Elisabeth Mulder
MH: Maria Hooijer
SSB: Sara Sonberg
ZS: Zacharias Sneeder
JVL: Jacobus van Leersum
: herhaling initialen regel 3 en 4, plus regel 6, Zacharias Sneeder
opschrift onder de rij met kronen, v.l.n.r.: PTH / DMS / IVOS / ESK / HV: ESK: Elisabeth Sikking (?), zus van borduurster
opschrift tussen de twee manden met opgetast fruit: HMVL: Heijltje Meijnders van Lee, moeder van borduurster, tweede echtgenote van Evert Sikking
opschrift tussen de vazen met bloemen aan bovenzijde, v.l.n.r.: GSK / EL / KDG / ESK: GSK: Gerrit Sikking, broer van borduurster
ESK: Elisabeth Sikking (?)
opschrift tussen de vazen met bloemen, onderzijde, v.l.n.r.: AN / NO / 17 / 99: jaar voltooiing doek
Met veel liefde voor merk- en stoplappen schreef Berthi Smith-Sanders het boek Merk- en stoplappen uit het Burgerweeshuis Amsterdam (2013). Daarin beschrijft ze tien merk- en stoplappen uit één en dezelfde familie, op één doek na, de doek van Susanna Rondeau. De meeste doeken zijn vervaardigd in het Burgerweeshuis in Amsterdam, enkele kwamen tot stand in de huiselijke kring onder moeders vleugels. De doeken zijn, samen met de familieverhalen, generaties lang van moeder op dochter doorgegeven, totdat ze uiteindelijk op 9 november 1996 in een advertentie in Vrij Nederland te koop worden aangeboden. Mevrouw Sanders reageert. Korte tijd later is ze de eigenares. Haar echtgenoot Peter Smith duikt het Stadsarchief in en doet uitvoering onderzoek naar herkomst van de achtergrond van de borduursters. Dit resulteert in een prachtig naslagwerk. De merk- en stoplappen van Johanna Sikking (1784-1857), de dochter van haar zus Elisabeth (1773-183) Gerarda (Kaatje) Eijgensteijn (1822-1904) en Kaatjes kinderen Elisabeth (1860-1951) en Catharina Gerarda Evers (1863-1951) én van Susanna Rondeau komen tot leven. In 2021 doet mevrouw Sanders afstand van de doeken. De merk- en stoplappen gaan over in de collectie van het museum. Ze zijn, de doeken van de zusjes Evers uitgezonderd, weer thuis, op de plek waar ze ooit vervaardigd zijn.
De geschiedenis vangt aan bij Johanna Sikking. Zij is de dochter van Evert Sikking (1743-1795). Ze wordt op 17 december 1784 geboren. Haar vader trouwt vier keer. Uit zijn eerste huwelijk met Anna Baas (1746-1769), krijgt hij twee dochters. Uit zijn tweede met Heijltje Meijnders van der Lee (1740-1786), drie zonen en drie dochters. Zijn derde vrouw Geesje Denkers (1749-1794), schenkt hem een zoon en een dochter. Antje van Havre (*1755) sluit de rij echtgenotes met één zoon. Uiteindelijk krijgt hij elf kinderen in de periode tussen 1768 en 1795. Johanna is een kind uit Everts tweede huwelijk met Heijltje. Ze is het laatste kind van dit paar. Twee van haar broertjes en een zusje zijn op jonge leeftijd overleden. Heijltje sterft op 31 oktober 1786. Johanna heeft haar moeder dan nauwelijks gekend. Ze is nog een peutertje. Haar oudste zus Elisabeth (1773-1835) neemt de rol van moeder over en ontfermt zich over de allerkleinsten. Hun vader hertrouwt en wordt opnieuw weduwnaar van zijn derde vrouw. In 1795 wordt zijn laatste kind uit zijn vierde huwelijk geboren, een zoon, die vermoedelijk al bij zijn geboorte overleden is. Evert sluit op 7 november 1795 zijn ogen. Enkele weken later, op 30 november, brengt Elisabeth haar bijna elfjarige zusje en haar stiefbroertje en stiefzusje uit Everts derde huwelijk naar het Burgerweeshuis in de Kalverstraat, waar ze liefdevol worden opgevangen.Johanna leert er handwerken. Op 1 mei 1808 verlaat ze het weeshuis. Ze neemt een betrekking van dienstbode aan. Ze wordt verliefd op Dirk Minkhorst, met wie ze op 30 april 1828 in het huwelijk treedt. Het huwelijk blijft kinderloos. Dirk overlijdt op 19 mei 1951. Johanna is weduwe. Enkele jaren later verwisselt ze, op 21 mei 1857, zelf het aardse met het eeuwige.
Johanna’s merklap, die slechts 22,5 x 28,5 cm meet, draagt het handschrift van een Burgerweeshuisdoek. Deze doeken openen met een aantal rijen donkerrode alfabetten en cijferreeksen. Het aantal herhalingen van die alfabetten varieert. Zowel het Gotische en het Romeinse schrift worden daarbij geoefend. Elke rij wordt afgesloten met een reeks initialen. Dan volgen meestal twee regels met persoonlijke gegevens over de borduurster, haar ouders, haar leeftijd en het jaar waarin de doek voltooid is. De laatste regels zijn gewijd aan het personeel van het weeshuis en aan de regenten en regentessen, op de laatste regel voorzien van kronen. Johanna’s doek is daar geen uitzondering op. Ze opent haar merklap – die altijd voor een stoplap uitgaat- met twee identieke rijen in gotisch schrift, afgesloten door een cijferreeks en vijf gotische ‘g’s en vijf opwaarts gerichte pijlen, waarvan niemand de betekenis kent. Het aantal varieert per doek. Daarna volgen zes identieke rijen in Romeinse kapitalen, zonder cijferreeksen, die afgesloten worden door initialen. Op de negende vinden we haar ouders EVERT SIKKING en HEYLTIE MYNDERS VAN DER LEE. Regel tien is voor Johanna: IOHANNA SIKKING OUT 14 IAAR ANNO 1799
Tot slot vult ze haar doek met de initialen van het Burgerweeshuis personeel en de naam van haar zus Elisabeth Sikking. De regentessen ontbreken. Onder dit ‘officiële gedeelte” worden aan de onderzijde vijf orenvazen met bloemen weergegeven: een roos, een tulp, een anjer, een tulp en een roos, volgens de regels der symmetrie. Daarboven ‘zweven’ twee manden met opgetast fruit. Op vroege doeken zijn het nog klassieke merklapmotieven. De latere doeken bestaan uit twee of drie rijen van elk drie romantische motiefjes waartussen eveneens initialen zijn aangebracht. De bloemrijke motieven zullen, na al die saaie regels, zeker het borduurplezier van de meisjes verhoogd hebben. De merklap van Johanna uit 1799 behoort tot de oudste Burgerweeshuismerklappen, die tot nu toe bekend zijn. Johanna was in het Burgerweeshuis bevriend met Alida Elisabeth Reekers, van wie het museum ook een doek in de collectie heeft.
Literatuur: Merk- en stoplappen uit het Burgerweeshuis Amsterdam, Berthi Smith-Sanders, 2013
(Suzette van 't Hof)