Op een rode ondergrond is tweemaal het wapen van Suriname afgebeeld met daartussen de jaartallen 1863 en 1963 en 1 juli. Daarboven en -onder, in alle vier de hoeken, telkens twee zwarte, geboeide handen, waarvan de ketenen zijn gebroken en het opschrift "keti koti" (de keten is gebroken).