In de zeventiende en achttiende eeuw was Amsterdam het centrum van de wereld. Armeense handelaren en zeelieden uit Brazilië waren in de stad te vinden. Ook Afrikaanse gezanten of vrije mensen van kleur die in de koloniën tot de gegoede middenklasse behoorden kwamen naar Amsterdam voor zaken of studie. Ook in Middelburg, een centrum van slavenhandel, waren er mensen van kleur – en niet alleen slaafgemaakten. De koopman Yppong kwam er in 1601 als een van de eerste Chinezen in Europa.
Op 31 mei 1600 zette hij in Nederland voet aan wal. In Bantam op Java had hij admiraal Gerard le Roy een paar pond peper betaald om mee naar Middelburg te mogen varen. Zijn drijfveer: nieuwsgierigheid. Yppong reisde een half jaar door Zeeland en Holland. Waarschijnlijk bezocht hij ook Amsterdam en bekeerde hij zich tot het christendom. Nadat Yppong eind januari 1601 terugkeerde naar Azië, werkte hij jarenlang als contactpersoon voor de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). Waarschijnlijk staat Yppong afgebeeld op het schilderij De wonderen van de heilige Franciscus Xaverius van Peter Paul Rubens. ( Tom van der Molen)