Het tafereel met de afstraffing van de tot slaaf gemaakte Lydia is gebaseerd op een tekening uit het boek Slaven en vrijen onder de Nederlandsche wet van abolitionist Wolter Robert van Hoëvell. Maasdamme hield de exacte compositie aan. Ook zij ontdeed Lydia van haar witte jurk, om haar in het diorama naakt op te stellen en de met roze was aangebrachte zweepslagen op haar rug te tonen.
Net als bij Van Hoëvell is het beeld bedoeld om te choqueren. “De strafordering gaat door. Waarom ook niet?”, schreef hij. “Waarover verwondert gij u? Gij ziet hier niets anders, dan eene vrouw, die gebruik maakt van de bevoegdheid haar door eene Nederlandsche wet gegeven, dan Nederlandsche beambten, die aan de wet voldoen.” Hiermee daagde Van Hoëvell de lezer uit verontwaardiging om te zetten tot daadwerkelijke kritiek en afkeuring van het toen rechtsgeldige systeem van de slavernij.
( Annemarie de Wildt)