datering lichaam: Anno 1666/: vierde band van boven tussen eerste en laatste letter van gemonogrammeerd opschrift
: gestileerd rozetje tussen Anno en 1666
opschrift lichaam: V.G.G,A.G.G.SZ.O.OV.D,H.SZ.I.OV.K; Anno 1666/: vierde band van boven
: opschrift staat voor: Von Gottes Gnaden Anton Günther Graf zu Oldenburg und Delmenhorst Herr zu Jever und Kniphausen im Jahr 1666/SZ, OV, SZ en OV ineengeschreven
pontilmerk onderzijde bodem
legaat 1895-01-30
inv.nr. KA 5271 in depot
Helder lichtgroen glas, helder bruin glas. Ingestoken bodem Platte voet met omgeslagen rand, overgaand in cilindrische schacht. Cilindrisch lichaam Rondom lichaam zeven geribde bruine glasdraden, de wand in passen verdelend. Op de bovenste pas in zes genummerde medaillons de sage van het leeuwengevecht van graaf Friedrich van Oldenburg. De zes gravures stellen voor: 1 Bisschop Adalbert lastert graaf Huno voor de keizer; 2 De graaf hoort knielende zijn oordeel aan; 3 De graaf voor het keizerlijk gerecht; 4 De graaf hoort knielende zijn oordeel aan; 5 De jonge graaf Friedrich triomfeert over de leeuw; 6 De keizer slaat de graaf tot ridder en sticht het wapenschild van zijn geslacht. Rondom de tweede en derde pas respectievelijk bloemen en guirlandes. De vierde pas draagt het gemonogrammeerde opschrift: V.G.G,A.G.G.SZ.O.OV.D,H.SZ.I.OV.K; Anno 1666/, (SZ, OV, SZ en OV ineengeschreven). De vijfde, zesde en zevende pas met respectievelijk wijn- en bladranken met vogels, vissen en andere waterdieren en bloemen. Op de onderste pas de sage van de Oldenburger 'Wunderhorn'. In een doorlopend landschap twee voorstellingen met graaf Otto van Oldenburg te paard, een hert en een bergfee met een rijk bewerkte drinkhoorn. Op de eerste afbeelding reikt zij graaf Otto de hoorn met toverdrank aan. Op de tweede galoppeert de ruiter weg, het drinkvat achter zijn rug leeg goetend, daarbij zwarte vlekken op het paard morsend.
Met zijn bijna 40 centimeter hoogte is deze bierbeker het grootste glas in de verzameling van Abraham Willet. De opgelegde bruine glasdraden dienden als maatstrepen bij een in de zeventiende eeuw populair drinkspel waarbij de dorstige in één teug tot de volgende pas moest drinken. De figuratieve voorstellingen op de bovenste en onderste passen zijn geïnspireerd op twee legendes die verband houden met het grafelijk geslacht Oldenburg. Ze verbeelden het leeuwengevecht van graaf Friedrich en de sage van de ‘Oldenburger Wunderhorn’. ( Bert Vreeken)
Catalogus glas AHM 1998
De glasgravures zijn op grond van stilistische vergelijkingen toe te schrijven aan G.V[an?] Nes. Met name de overeenkomst tussen de bloem- en bladrankenversiering op het pasglas en die op een door G.V. Nes gesigneerde roemer in het Victoria and Albert Museum te Londen is treffend (Klesse 1997, p. 11 afb. 14, p. 12). De herkomt en de betekenis van het glas zijn in verband te brengen met Anton Günther, de laatste graaf van Oldenburg (1583-1667, regeerperiode 1603-1667). Het gemonogrammeerde opschrift op de vierde pas is te lezen als: Von Gottes Gnaden Anton Günther Graf zu Oldenburg und Delmenhorst Herr zu Jever und Kniphausen im Jahr 1666. De figuratieve voorstellingen op de bovenste en onderste passen zijn geïnspireerd op de twee legendes die betrekking hebben op oorsprong en geschiedenis van het grafelijk geslacht Oldenburg. Ze verbeelden respectievelijk het leeuwengevecht van graaf Friedrich en de sage van de wonderhoorn van Oldenburg (Klesse 1997, pp. 3-14). De glasgravures van het leeuwengevecht gaan terug op een in 1609 uitgegeven toneelstuk, opgedragen aan de graaf, en de bewerking van een in 1599 verschenen kroniek van Hermann Hamelmann. De op het glas afgebeelde scènes corresponderen met de zes acten van het toneelstuk, met uitzondering van de eerste en laatste voorstelling, die ontleend zijn aan de kroniek van Hermann Hamelmann. De weergave van de sage van de wonderhoorn gaat eveneens op de bovengenoemde kroniek terug (Klesse 1997, pp. 4-8). De leeuwenstrijd is in opdracht van Anton Günther diverse malen afgebeeld op glazen die als diplomatieke cadeaus werden geschonken (Klesse 1997, p. 7). Ook het glas in de collectie Willet-Holthuysen kan een dergelijk geschenk zijn geweest. ( Bert Vreeken)