In monumentale lijst geheel bewerkt, met bovenaan, tussen twee leeuwen, het stadswapen. Een schildering op bruin fond van zeven rijen, elk bevattende acht familiewapens met de namen daaronder. Het eerste linksboven is dat van Jhr. Jacob Coetengurgh, het laatste van Lodewijk de Bas
In 1666 werd het Aalmoezeniersweeshuis aan de Prinsengracht in gebruik genomen. In 1683 verbleven er reeds 1300 kinderen. Het beheer was in handen van acht regenten en vier regentessen. In tegenstelling tot bij andere liefdadige instellingen bestelden de regenten van het Aalmoezeniersweeshuis aanvankelijk geen groepsportretten. Wel lieten zij hun familiewapens chronologisch aanbrengen op fraai ingelijste schilderijen. Een groot aantal regenten moest daartoe speciaal een eigen wapen laten ontwerpen. Hun naam speelde daarbij een grote rol, zoals de lepelaar op het wapen van de familie Lepper, of de Afrikaanse zwarten op het wapen van de familie Swart. Op de gesneden lijst zelf staan de wapens van de regenten uit omstreeks 1684.
Tentoonstellingstekst
Er zijn veel redenen om géén groepsportret te laten maken: geldgebrek, bijvoorbeeld, of te weinig ruimte in een bestuurskamer. De regenten van het nieuwe Aalmoezeniersweeshuis doen iets nieuws. Ze laten zich vereeuwigen in de vorm van hun familiewapens, op een weelderig ingelijst doek. Je moet natuurlijk wel een wapen hebben; zo nodig laat je er een ontwerpen.