opschrift bovenkant: Helena / Hoogeveen: naam van borduurster tevens schenkster
opschrift binnen kader in het midden van de doek: HH: initialen van borduursters tevens schenkster
opschrift onderkant: Burgerweeshuis: leerschool
Helena Hoogeveen wordt op 9 juni 1889 geboren uit het huwelijk van Arie Adrejanus Hoogeveen (*1853) en Helena Boer (*1854). Helena heeft een acht jaar oudere broer Adrianus en een jongere broer Hugo genaamd. Hij wordt een jaar na Helena geboren. Vermoedelijk overlijden haar ouders op jonge leeftijd en belandt Helena in het Burgerweeshuis, samen met haar broers.
Ze maakt hier niet alleen een merklap en een stoplap, maar ook een ABC van het Burgerweeshuis. Dit schrijfsel, dat niet voor vreemde ogen bestemd was, geeft een inkijkje in Helena’s genoegen in haar handwerklessen: de L is van “de Linnenwinkel waar men zit voor zijn verdriet” en de W van : “de Wollenmoeder die zeurt zonder end”, maar gelukkig voor Helena is daar de Z van ‘Zaterdag het eind van d’ellend”. In een gedicht uit 1908, dat ze de titel “De anti-papclub” meegeeft beschrijft ze “een staat van groote herrie” in het weeshuis: “Jongens hoor eens wat een grap. Het kwam alleen van de zure pap. Die te naar was om te eten. Daarom het is fameus. Zal steeds blijven onze leus. Wat ook zal, trouw staat pal. Nooit meer pap meer eten.” De ondeugende Helena verlaat het weeshuis in 1910 als ze 21 jaar is. Ze wordt onderwijzeres in het voorbereidend onderwijs en maakt in 1917 promotie als ze hoofdonderwijzeres van een Fröbelschool wordt. Ze blijft ongehuwd. Op 24 september 1968 blaast ze haar laatste adem uit: ze is niet alleen geboren en getogen in Amsterdam, maar er ook overleden.
Zoals elk Burgerweeshuismeisje maakte Helena een merklap en een stoplap. In 1964, twee jaar voor haar overlijden, schenkt ze de doeken aan het museum. Haar stoplap die 45 x 47.5 cm meet, draagt de typische kenmerken van een Burgerweeshuisdoek. Rondom een middenkader worden acht stoppen geoefend, altererend drie kruisstoppen en vier sterstoppen, afgesloten met een kruisvormige hoekstop in de rechteronderhoek. Aan de bovenzijde borduurt ze haar naam, aan de onderzijde ‘Burgerweeshuis’. In plaats van een romantisch motief, zoals de meeste weesmeisjes doen, kiest ze ervoor alleen haar eigen initialen in het middenkader te plaatsen. De overige initialen van weeshuispersoneel, van familie en vriendinnetjes, laat ze weg. Misschien vond Helena het wel welletjes en kneep de meestal strenge linnenmoeder een oogje toe? Helena werkte met zijden garen op fijn geweven linnen.
(Suzette van 't Hof)