Beschilderde vouwwaaier met ivoren benen, waarvan van het zichtbare deel àjour bewerkt is en met gedeeltelijk verguld zilver belegd, motieven: guirlanden, vazen, manden met fruit, putti en medaillons met koppen.
Op het voorblad tegen een blauw en goud gestreepte achtergrond drie velden en vier medaillons omgeven door bloemenguirlandes. In het midden in een achthoekig veld een dame in een roze met kant gegarneerde japon gezeten in een betimmerd vertrek, spelende met een kleine, groene papegaai. Links en rechts hiervan ovalen medaillons, waarop een jongen en een meisje met een draai lier in bruin tegen een groene achtergrond.
Eronder twee ronde medaillons met twee duiven en een pijlenkoker en fakkel in paars op lichtblauw. Links een groter veld met een rocaille omlijsting, met een jong paar in theaterdracht in een landschap bij een liefdesaltaar, waarop boven een vuur twee harten en een kroon; ernaast op een wolk Amor met een fakkel en pijl en boog rechts een gelijk veld met landelijk tafereel; landliederen die kruiken vullen bij een groot wijnvat en een dansend paar, op de achtergrond een dubbele poort.
Over het gehele achterblad een romantisch landschap; in het midden een muur ruïne, waarvoor een man met een stok; langs boven en zijkanten bloemenguirlandes en rocaille voluten in goud en rood.
Herkomst
De waaier zou afkomstig zijn uit bezit van de familie Lopez Suasso. Hij is via een tante van moederszijde van de heer Heckel, die huishoudster was van de heer B.J. de Sutro, uit de nalatenshap van de laatstegenoemde in het besit van de heer Heckel gekomen.