In het groene middenkader van deze stoplap zijn vijf paar initialen geborduurd; daaromheen acht kruisvormige stoppen in verschillende patronen. De initialen vertellen niets over de herkomst van de doek. De hoofdletter A is op dezelfde wijze geschreven als de typische letter A op Friese doeken, maar één “Friese A” maakt nog geen Friese doek.
De stoplap, die 30 bij 34 cm meet, werd in het laatste kwart van de achttiende eeuw, gemaakt. De jonge borduurster werkte met zijden garen op een linnen ondergrond. Door het donkere kleurgebruik heeft de doek een rustige, bijna sombere, uitstraling gekregen.