Deze doek werd in 1699 voltooid door de veertienjarige Aaltje Dircks Kluis. Haar doek behoort tot de drie oudste stoplappen, die tot nu toe bekend zijn. Kenmerkend voor de drie zeventiende-eeuwse doeken is, dat ze grote tot zeer grote stopgaten hebben, met zeer smalle doorstoppen aan alle vier de zijden. Rond 1730 gaat dit veranderen en worden de stoppen kleiner. Grote gaten zijn veel moeilijker te stoppen dan kleine omdat de handwerkster veel minder houvast aan de stof rondom het gat heeft. De stoppen zijn niet alleen onregelmatig in grootte, maar ook onregelmatig over de doek verspreid. Dit is eveneens een kenmerk voor vroeg gedateerde stoplappen. Aaltje wijkt hiervan af, de negen stoppen zijn evenredig over de doek verdeeld. Antje heeft keurig werk geleverd. Ze gebruikte zijden garen op fijngeweven linnen. Haar naam, leeftijd en het jaar van voltooiing zijn in kruissteek uitgewerkt. (Suzette van 't Hof)