stadskeur onderzijde bak: stadskeur Amsterdam met stadswapen Amsterdam
jaarletter onderzijde bak: V: jaarletter V
: jaarletter V=1682
meesterteken? onderzijde bak: I.P: meesterteken met letters I P in vierkant
: bron: Voet 1912, nr. 66; Citroen 1975, nr. 520/meesterteken I.P toegeschreven aan Johannes Pagendarm (1617 [1643] -1688)
opschrift steel: LME/: op steelbeeïndiging in monogram de eigenaarsinitialen LME
bodemvondst 1872
inv.nr. KA 13957 in depot
Lepel met vijgvormige bak, door naaldlof verbonden met rechte, in doorsnede ruitvormige steel. Steelbeëindiging in de vorm van een schildhoudende leeuw. Op schild zijn aaneen de initialen: LME/ gegraveerd.
Herkomst
Bodemvondst bij de vergraving van het bolwerk Amstelveen (geschenk van mr. H.J. van Lennep, wethouder Publieke Werken, aan de stad Amsterdam), 1872; stadhuis rariteitenkamer (Prinsenhof), 1872-1885; bruikleen van de stad Amsterdam aan het Rijksmuseum, Amsterdam, 1885-1975; Amsterdams Historisch Museum, 1975
Het bolwerk Amstelveen lag aan de zuidzijde van de stad, ter hoogte van de Spiegelgracht. Bij de vergraving van het zeventiende-eeuwse vestingwerk in 1872 werden twee lepels gevonden, een van zilver en een van tin (inv.nr. KA 14031). In de verzameling van het Bureau Monumenten en Archeologie te Amsterdam bevindt zich een verwante zilveren lepel (stadskeur Amsterdam, jaarletter S, meesterteken onleesbaar) die in 1990 bij een opgraving aan de Oudezijds Kolk is gevonden (inv.nr. OZK-131). De vondstomstandigheden wijzen op een ontstaansdatum in de late zestiende of de vroege zeventiende eeuw.
Zilveren lepels met steelbekroningen in de vorm van een schildhoudend leeuwtje zijn gedurende langere tijd achtereen in verschillende productiecentra vervaardigd. Ze worden al in laat zestiende-eeuwse boedelinventarissen vermeld (Klijn 1987, p. 43). ( Bert Vreeken)