stadskeur onderzijde bodem: stadskeur Amsterdam met stadswapen Amsterdam
gehalteteken onderzijde bodem: Hollandse leeuw
jaarletter onderzijde bodem: H: jaarletter H
: jaarletter H=1767
meesterteken? onderzijde bodem: VE: meesterteken met letters V E aaneen
: bron: Voet 1912, nr. 355; Citroen 1975, nr. 873/meesterteken VE toegeschreven aan Christoffel van Eyck (1704 [1731] -na 1770)
herkeuringsteken onderzijde bodem: L: herkeuringsteken met letter L
: herkeuringsteke L= Amsterdam. 1795
belastingteken deksel/onderzijde bodem: V: belastingteken met gekroonde letter V
: belastingteken gekroonde V= 1814-1893
importteken rand: ET: importteken met letters E T in monogram onder kroon
: importteken ET= 1809-1814
opschrift lichaam: helmteken
: van later datum
toetssteek onderzijde bodem (2x)
gehalteteken onderzijde bodem: ZI: gehaltemerk met letters Z I
: gehaltemerk ZI gebruikt sedert 1953
aankoop 1968-12-17
inv.nr. KA 14139 in depot
Kan met peervormig lichaam en scharnierend deksel op vier poten in de vorm van C-voluten, de aanzet van elk in de vorm van een acanthusblad. Lichaam met getordeerde ribben, de hals uitlopend in schenktuit. Gedoornd C-vormig oor van ivoor in zilveren vattingen. Bladvormig deksel, de voorzijde opgekruld. Dekselknop in de vorm van een bloemknop. Op lichaam is een helmteken gegraveerd van later datum, vermoedelijk Engels.
Kannetjes als deze behoren tot een veel voorkomend type. Ze zijn in de tweede helft van de achttiende eeuw in verschillende Nederlandse zilverproductiecentra vervaardigd. Het getordeerde lichaam en de bladvorm van het deksel gaan terug op voorbeelden uit Den Haag (Haags 1967, nr. 253, 280, 281). Amsterdamse zilversmeden lieten zich doorgaans minder door de natuur inspireren dan hun Haagse vakbroeders.
Gezien de isolerende functie van het ivoren oor zal het voorwerp voor warme dranken zijn gebruikt. Het Centraal Museum te Utrecht bezit een soortgelijk type kan uit 1776, toegeschreven aan Fredrik Manicus I (Van den Bergh-Hoogterp 1997, p. 342 nr. 163). ( Bert Vreeken)