Het album heeft toebehoord aan Sophia Elisabeth Ahlers, geboren in Amsterdam in 1840, grootmoeder van de schenkster. De gedichtjes werden geschreven in 1859 en 1860, vlak voor haar vertrek naar Java, tijdens de reis en direct na haar aankomst aldaar. Vier van de vijftien blaadjes zijn geborduurd met een bloemboeketje. Afbeeldingen van bloemen waren het middel bij uitstek om hartgevoelens uit te drukken. De vroegste 19de-eeuwse poëziealbums, zoals dit exemplaar, waren losbladig en bestemd voor jonge dames. Later, na 1870, ontstonden de albums in boekvorm zoals wij die nog kennen. ( Bert Vreeken)