opschrift in bloemenkrans met engelen op middenas: MK: initialen borduurster
opschrift onder de engelen links en rechts, onder kroon: DM / AK: vermoedelijk initialen van ouders van borduurster
opschrift links en rechts van de grote orenvaas met bloemen: ANNO / 1801: jaar voltooiing doek
schenking 1981-01-09
inv.nr. KA 17264 in depot
De doek is a-typisch voor het Burgerweeshuis, maar bevat wel het wapen van Amsterdam en weeskinderen -een jongen en een meisje- in het uniform van het weeshuis.
Deze borduurlap is rijk gevuld met allerlei merklapmotieven, zoals het schip met kapitein, dat een metafoor is voor het leven, de druivendragers, de anjer en de tulp én een direct in het oog springende tot boom gestileerde roos in een orenvaas op een tafeltje met bolvormige poten. Een lust voor het oog is het landschapje aan de onderzijde. Een vriendelijk huis met een tuintje en een geblokte stoep, een mannetje in een poort en een grachtenpand met bel-étage. Landelijker is de boer, die met paard en wagen, op weg is naar een hooimijt aan de rechterzijde.
Twee kleinere motiefjes springen eruit. Ze houden mogelijk zelfs verband met elkaar. Aan linkerzijde, in het midden van de doek, staan een mannetje en vrouwtje met de handen in de zij. Zij dragen het kostuum van het Amsterdamse Burgerweeshuis, waarin het museum in gevestigd. De jongens droegen een half zwart en half rood jasje met daaronder een blauwe broek; de meisjes eveneens in een rood en zwart pakje, met daarop een blauwe schort. De voor het weeshuis zo kenmerkende rode kleur is mogelijk verbleekt door blootstelling aan het licht. Rechts op ongeveer dezelfde hoogte staan drie jongens met gekroonde hoofden op een ondergrondje, onder een grote ster. Het zijn de sterrenzangers. Zij dragen de ster, die de drie koningen, Caspar, Melchior en Balthasar, de weg naar Bethlehem wees (Matth. 2:1-12). Op Driekoningenavond trokken mannen en later ook jongens met een lampion in de vorm van een grote ster langs de huizen om stichtelijke verzen te zingen. Vaak trof deze eer de weesjongens van het Burgerweeshuis. De verzen werden al snel vervangen door liedjes waarmee geld opgehaald werd om Driekoningenavondlekkernijen te kunnen kopen. Mogelijk is de borduurster, waarvan alleen de initialen MK bekend zijn, een burgerweeshuismeisje. Het Stadswapen op de doek versterkt dit vermoeden. Ze voltooide haar doek, die 36 bij 36,5 cm meet, in 1801 en gebruikte hiervoor zijden garen op los geweven linnen.
(Suzette van 't Hof)