Helder lichtgroen glas. Ingestoken bodem. Conische voet met omgeslagen rand, overgaand in achtkantig lichaam. Rondom lichaam vier geribde blauwe glasdraden, de onderste zeven maal omwonden.
De glasdraden verdelen de wand van het glas in passen. Deze passen dienden naast versiering, als maatstrepen bij een populair zeventiende-eeuws drinkspel waarbij de drinker in ‚‚n teug tot de eerste pas moest drinken. Lukte dat niet, dan diende tot de volgende pas te worden doorgedronken. ( Annemarie den Dekker)