opschrift bovenkant doek, gecentreerd: A v BUYTEN: naam van de borduurster
: mogelijk kan de weergave van de doek 90 of 270 graden gekeerd worden en staat de naam respectievelijk rechts of links in de marge
schenking 1989-12-22
inv.nr. KA 18843.12 in depot
Vervaardigd in het Burgerweeshuis, Amsterdam
Negen onderverdelingen met verschillende soorten stoppen waarvan drie eindigen in de zelfkant (links).
Antje Maria van Buijten wordt op 14 december 1887 in Amsterdam geboren. Zij is een kind uit het huwelijk van Jan Willem van Buijten (*1847) een winkelier uit het Zuid-Hollandse Strijen en Antje Hesterman (1858) een dienstbode uit Den Helder. Zij trouwen op 14 december 1887 in Amsterdam en krijgen vijf kinderen; na twee jongens volgen drie meisjes. Neeltje Adriana, geboren in de zomer van 1883 overlijdt net geen twee jaar oud in mei 1885. Zij geeft haar naam door aan het volgende meisje dat dan al onderweg is en dat in datzelfde jaar geboren wordt. Twee jaar later volgt Antje. Zij is de hekkensluiter.
Antjes moeder overlijdt vermoedelijk in 1891. Op 2 november 1893 staat haar vader voor een tweede keer voor het altaar. Hij trouwt met Antje Poll (1868-1956), eveneens uit Den Helder. Zij krijgen samen in 1984 nog een zoon. Wanneer Antjes vader overleden is, is niet bekend. Mogelijk is dat kort na de geboorte van Antjes stiefbroer Hendrik Jan. Antje wordt in 1896 opgenomen in het Burgerweeshuis. Ze maakt daar onder andere drie stoplappen. Slechts één van de doeken is gedateerd. Deze voor het Burgerweeshuis zo typische stoplap wordt in 1903 voltooid. Antje is dan zestien jaar. De andere twee doeken zijn mogelijk wat ouder. Haar merklap, die altijd voorafgaat aan een stoplap, is waarschijnlijk verloren gegaan of in andere handen terechtgekomen. Antje zal, zal zoals de meeste meisjes, rond haar twintigste het weeshuis verlaten hebben. In 1915 werkt ze als een inwonende kinderjuf bij een gezin in Den Haag. Dit werk zal ze in Amsterdam voortzetten, alleen dan niet langer inwonend. Op 20 juni 1917 trouwt ze in Gouda met Dirk Blommentaal, een koekbakker. Zo vader zo zoon, want de 29-jarige Dirk is zelf het kind van een koekbakker. Of zij een derde generatie koekbakkertjes gekregen hebben, vermelden de bronnen niet. Waar de heer en mevrouw Blommendaal zich gesetteld hebben, blijft eveneens gissen. Hopelijk was hen een lang en gelukkig leven beschoren. Antjes drie stoplappen vonden de weg naar het Amsterdam Museum, waar ze in de collectie opgenomen zijn.
Met kleine rijgsteekjes heeft Antje één van haar stoplapjes in negen vierkanten van ongeveer zes centimeter onderverdeeld. De vakjes zijn gevuld met verschillende soorten stoppen, waarvan twee hoekstoppen en een randstop daartussenin. Deze stoppen raken de zelfkant. Ze hebben een hogere moeilijkheidsgraad omdat de borduurster aan de rand geen houvast heeft voor de draad. In de andere vakken zijn onder andere een vlinderstop en een winkelhaakstop uitgewerkt. Bij twee stoppen, in het midden van de tweede en de derde rij, heeft Antje voor garen in dezelfde kleur als de ondergrond gekozen. De meisjes gebruikten meestal gekleurd garen om beter zicht te hebben op de patronen die onder hun handen ontstonden. Hun strenge handwerkjuffrouw zag de fouten bovendien eerder. Kleur-op-kleurstoppen was niet voor iedereen weggelegd. Antje heeft de uitdaging aangedurfd.
(Suzette van 't Hof)