Mevrouw Van Soest heeft met een schenking van 14 doeken uit één en dezelfde familie aanzienlijk aan de collectie merk- en stoplappen bijgedragen. De schenking omvat doeken van drie uit vier generaties: overgrootmoeder Alida Reekers, grootmoeder Wilhelmina Westerveld en de (achter)kleindochters Anna Wilhelmina, Metta Margaretha en Emma Johanna Dittmer en hun nichtje Dorothea Dittmer. Werk van de oudste (achter)kleindochter, Wilhelmina Christina Hendrika (1882-1956), ontbreekt evenals borduurwerk van Anna Wilhelmina van der Meij, de moeder van de zusjes Dittmer. Mevrouw Van Soest is een dochter van Metta Margaretha en Evert van Soest.
De eerste doek uit de reeks is gemaakt door overgrootmoeder Alida Elisabeth Reekers, een dienstbode uit Amsterdam. Ze wordt op 6 februari 1786 geboren. Op 29 mei 1827 trouwt ze met Johannes Arent Westerveld (1785-1863), een zeilmaker eveneens uit Amsterdam. Met hem krijgt ze minstens één kind: dochter Wilhelmina Christina Hendrika Westerveld (1829-1912). Op 1 april 1862 overlijdt Alida, anderhalf jaar eerder dan haar echtgenoot Johannes. Beiden bereiken voor die tijd een hoge leeftijd.
Alida laat één stoplap na, die ze in 1800 in het Burgerweeshuis voltooid heeft. Dit wijst erop dat haar ouders jong overleden zijn of -na het wegvallen van een partner- niet in staat waren om voor haar te zorgen. Alida was en klasgenootje en vriendin van Johanna Sikking. Beiden hebben een vrijwel identieke stoplap gemaakt (inv.nr. 7121).
Alida’s doek is onderverdeeld in vier rijen van vier stoppen en bestaat, op één winkelhaakstop na, uitsluitend uit kruisstoppen. De doek opent met drie stoppen, waarvoor garen gebruikt is in dezelfde kleur als de ondergrond. Gedurfd, want deze stoppen hebben een hoge moeilijkheidsgraad. De meisjes gebruikten meestal gekleurd garen om beter zicht te hebben op de patronen die ze onder handen hadden. De strenge linnenmoeder zag de fouten, die zij maakten bovendien sneller. De laatste stop van de zestien, is een winkelhaakstop, die eveneens een hogere moeilijkheidsgraad heeft en kundigheid van de jonge borduurster vraagt. In de aangrenzende hoek heeft Alida nog een piepklein hoekstopje toegepast. In het hart van de doek laat ze haar naam, leeftijd en het jaar van voltooiing van de doek in doorstopsteken achter: ALIDA | REEKERS | OUT 15 IAAR | ANNO 1800. De kleurloze stoppen en het hoekstopje zijn uitgevoerd met wit linnen garen, de overige stoppen met zijden garen op een katoenen stof met ingesponnen linneneffect in de stofdraad.
(Suzette van 't Hof)