Tentoonstellingstekst
In 1907, op haar vierde verjaardag, kreeg Emmy Lohmann een poppenhuis, gemaakt door haar ouders. Het poppenhuis leek op hun eigen woning, Bosboom Toussaintstraat 3, één hoog. Aan de voorkant was de woonkamer, achter de schuifdeuren sliepen de ouders met baby Eduard, en Emmy had het zijkamertje. Het huis was ruimer en luxer dan veel andere woningen in de nieuwbouwwijken rond het centrum, maar er was geen douche en geen wc met waterspoeling. Iedere dag kwam er een dienstmeisje uit de Jordaan.
De vader van Emmy was onderwijzer en actief in de Amsterdamse Onderwijzers Toneelvereniging. Emmy ging graag met hem mee naar uitvoeringen. Haar moeder, die bij haar huwelijk ontslag had genomen als onderwijzeres, nam soms deel aan demonstraties voor Vrouwenkiesrecht. Daar schaamde Emmy zich een beetje voor. Ze had liever een 'gewone' moeder.